Een patiënt met verminderde gevoeligheid voor acenocoumarol tijdens gebruik van sondevoeding

Klinische praktijk
M.B. van Iersel
A.A.M. Blenke
H.P.H. Kremer
Y.A. Hekster
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1155-7
Abstract

Samenvatting

Een 69-jarige man werd geopereerd aan een subduraal hematoom, ontstaan tijdens acenocoumarolgebruik. Direct na de operatie kreeg de patiënt sondevoeding; de toediening van acenocoumarol werd later herstart. De benodigde dosering acenocoumarol voor een goede instelling van de INR was tijdens toediening van de sondevoeding 2 maal zo hoog als daarvóór. Dit was niet toe te schrijven aan interacties met geneesmiddelen. Na de overgang van sondevoeding naar orale voeding was de oude dosis acenocoumarol weer voldoende. De hogere benodigde dosering was waarschijnlijk veroorzaakt door een verhoogde binding aan eiwitten in de sondevoeding. Patiënt werd opgenomen in het verpleeghuis. De combinatie acenocoumarol en sondevoeding komt vaak voor bij revaliderende patiënten. Het is belangrijk de INR te controleren bij het starten, het afbouwen en het beëindigen van sondevoeding.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Kenniscentrum Geriatrie: mw.M.B.van Iersel, assistent-geneeskundige.

Ziekenhuisapotheek: mw.A.A.M.Blenke, ziekenhuisapotheker in opleiding; hr.prof.dr.Y.A.Hekster, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog.

Afd. Neurologie: hr.prof.dr.H.P.H.Kremer, neuroloog.

Contact mw.M.B.van Iersel

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties