Een paradox: sarcoïdose bij een hiv-positieve patiënt

Klinische praktijk
Coen van Kan
Jan Peringa
Armin W. Walter
P.H.J. (Jos) Frissen
Paul Bresser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8353
Abstract

Samenvatting

Achtergrond

Omdat een patiënt met een hiv-infectie een tekort heeft aan CD4+-T-lymfocyten lijkt het optreden van sarcoïdose bij een dergelijke patiënt paradoxaal. In reactie op antiretrovirale therapie (ART) kan een immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) ontstaan. Volgens de gangbare definitie is dit de uiting van een bovenmatige immuunrespons gericht tegen een tevoren al aanwezig, of nieuw, al dan niet infectieus agens.

Casus

Wij beschrijven een 47-jarige, hiv-positieve patiënt met een exacerbatie van sarcoïdose negen maanden nadat hij startte met ART. In deze ziektegeschiedenis passen zowel het tijdsbeloop van de verergering als de dynamiek van het aantal CD4+-T-lymfocyten goed bij het optreden van sarcoïdose in het kader van het IRIS.

Conclusie

Als bij patiënten met hiv en een verlaagd aantal CD4+-T-lymfocyten sarcoïdose optreedt na de start van ART, kan dit goed passen bij het IRIS.

Auteursinformatie

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam.

Afd. Longgeneeskunde: drs. C. van Kan, arts-assistent; dr. P. Bresser, longarts.

Afd. Radiologie: drs. J. Peringa, radioloog.

Afd. Pathologie: dr. A.W. Walter, patholoog.

Afd. Interne geneeskunde: dr. P.H.J. Frissen, internist-infectioloog.

Contact drs. C. van Kan (c.vankan@olvg.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Coen van Kan ICMJE-formulier
Jan Peringa ICMJE-formulier
Armin W. Walter ICMJE-formulier
P.H.J. (Jos) Frissen ICMJE-formulier
Paul Bresser ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties