Een bodypacker met cannabis

Klinische praktijk
Sander D. Borgsteede
Patricia E.B. Verwer
Gerrie Prins
Rixt A. Wijma
Koos de Keijzer
Jelmer Alsma
Birgit C.P. Koch
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3403
Abstract

Sinds de jaren 80 zijn meerdere casussen beschreven van mensen die in hun lichaam drugs verbergen. Onderscheiden worden ‘body-stuffers’, daghandelaren met een beperkte hoeveelheid drugs op ‘makkelijk toegankelijke’ plaatsen, en bodypackers (bolletjesslikkers) , die hun lichaam gebruiken als transportmiddel. De meeste bodypackers slikken bolletjes cocaïne, maar ook het slikken van bolletjes met andere drugs is beschreven. Recentelijk zagen wij een patiënt die bolletjes cannabis had geslikt. In deze casus beschrijven we de risico’s van het slikken van bolletjes cannabis, de waarde van toxicologisch onderzoek en hoe u een afweging kunt maken tussen een afwachtend beleid of operatie.

Samenvatting

Achtergrond

De afgelopen jaren is veel literatuur verschenen over bodypackers, mensen die hun lichaam gebruiken om drugs te transporteren. De meeste bodypackers slikken bolletjes cocaïne of heroïne.

Casus

In deze casus beschrijven we een patiënt die 2 dagen na het slikken van bolletjes cannabis werd opgenomen vanwege duizeligheid en slaperigheid. Onderzoek van de urine was positief voor cannabis en negatief voor andere drugs. De achteruitgang van de klinische toestand wees op een mogelijk geknapt bolletje. De bolletjes werden operatief verwijderd en de patiënt herstelde volledig.

Conclusie

Sommige bodypackers vervoeren andere drugs dan cocaïne of heroïne, bijvoorbeeld cannabis. Bij bodypackers met bolletjes cannabis is een vermindering van het bewustzijn een uiting van toxiciteit. Zij dienen te worden opgenomen en gemonitord op symptomen van intoxicatie of ileus. Laboratoriumbepalingen geven een kwalitatieve ondersteuning bij de interpretatie van het klinische beeld. Operatief ingrijpen is nodig bij darmobstructie of bij verdenking op intoxicatie door lekkage.

Auteursinformatie

Erasmus MC, Rotterdam. Afd. Ziekenhuisapotheek: dr. S.D. Borgsteede (tevens: Stichting Health Base, afd. Medicatiebewaking, Houten) en R.A. Wijma, apothekers en klinisch farmacologen in opleiding; dr. B.C.P. Koch, klinisch farmacoloog. Afd. Interne Geneeskunde: dr. P.E.B. Verwer en drs. J. Alsma, internisten acute geneeskunde; drs. G. Prins, internist acute geneeskunde en intensivist (tevens: afd. Intensive Care Volwassenen). GGD Amsterdam, AGZ forensische geneeskunde: drs. K. de Keijzer, forensisch arts.

Contact S. Borgsteede (s.borgsteede@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Sander D. Borgsteede ICMJE-formulier
Patricia E.B. Verwer ICMJE-formulier
Gerrie Prins ICMJE-formulier
Rixt A. Wijma ICMJE-formulier
Koos de Keijzer ICMJE-formulier
Jelmer Alsma ICMJE-formulier
Birgit C.P. Koch ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Chris
Oerlemans

Met grote belangstelling lazen wij het artikel van Borgsteede et al., over een patiënt die bolletjes cannabis geslikt had en waarbij deze bolletjes operatief verwijderd werden. De keuze voor het wel of niet operatief verwijderen van cannabis bolletjes zal voor iedere patiënt afzonderlijk moeten worden gemaakt. Wij zien echter vanuit toxicologisch oogpunt geen directe aanleiding tot het uitvoeren van een laparotomie bij met cannabis gevulde bolletjes. Vanwege de risico’s bij een dergelijke operatie adviseren wij bij ingestie van cannabis bolletjes een afwachtend beleid, eventueel aangevuld met darmlavage voor versnelde eliminatie. Mogelijke symptomen van een cannabis blootstelling, waarbij depressie van het centrale zenuwstelsel de belangrijkste is, zijn goed te behandelen. Het verdient hierbij aanbeveling de patiënt wel continu te monitoren tot de bolletjes het lichaam hebben verlaten.

Het gevaar bij ingestie van bolletjes met drugs is tweeledig. Wanneer harddrugs (zoals cocaïne en heroïne) vrijkomen in het lichaam door lekkage (‘knappen van een bolletje’), leidt dit tot een acute intoxicatie met mogelijk fatale gevolgen voor de patiënt. Tevens kunnen ingeslikte bolletjes mechanische schade teweeg brengen door obstructie van het maag-darmkanaal met mogelijk een perforatie tot gevolg. In beide gevallen is doorgaans een acute laparotomie geïndiceerd. Een laparotomie is echter een ingreep met kans op complicaties.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld cocaïne en heroïne, is de toxiciteit van THC (de actieve stof in cannabis) zeer laag. In de wetenschappelijke literatuur is geen casus bekend van overlijden aan een overdosis THC. Het NVIC is in de loop der jaren tientallen keren geraadpleegd over patiënten die bolletjes met cannabis (hash en/of wiet) hebben ingeslikt, vaak verpakt in aluminiumfolie of latex. In geen van deze gevallen werd een ernstig klinisch beeld gerapporteerd. Daarentegen wordt in één artikel het overlijden van een patiënt gemeld na het verwijderen van cannabis bolletjes door middel van een laparotomie als gevolg van naadlekkage.(1) Zolang er geen tekenen van mechanische obstructie of perforatie zijn, wegen de risico’s van een laparotomie onzes inziens niet op tegen het risico van vergiftiging door THC.

Wij danken collega Borgsteede et al. voor het onder de aandacht brengen van dit probleem en wij zullen onze monografie over THC en aanverwante stoffen aanvullen ten aanzien van het beleid bij cannabisbolletjes slikkers. Deze monografie is te raadplegen via de website van het NVIC: www.vergiftigingen.info.

Namens het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Universitair Medisch Centrum Utrecht,

Dr. ir. Chris Oerlemans, onderzoeker

Ir. Antoinette van Riel, senior onderzoeker, toxicoloog (ERT)

Dr. Marianne Leenders, anesthesioloog, toxicoloog (ERT)

Prof. dr. Dylan de Lange, intensivist, toxicoloog (ERT)

(1) Cawich SO, Downes R, Martin AC, Evans NR, Mitchell DI, Williams E. Colonic perforation: a lethal consequence of cannabis body packing. Journal of Forensic and Legal Medicine. 2010; 17(5): 269-271.

Sander
Borgsteede

We danken Oerlemans en de collega’s van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), voor hun commentaar op de door ons beschreven casus over een bodypacker met cannabis.

In hun reactie merken ze op dat de toxiciteit van cannabis relatief laag is, en dat de risico’s van laparotomie niet opwegen tegen het risico op vergiftiging door THC. Daarnaast geven Oerlemans et al. aan dat de keuze voor het wel of niet operatief verwijderen van bolletjes voor iedere patiënt afzonderlijk gemaakt moet worden. We onderschrijven deze individuele afweging. Ook zijn we het eens met de constatering dat de toxiciteit van cannabis normaliter laag is en dat er risico’s verbonden zijn aan laparotomie. Hierdoor kan men in het algemeen vaak het beste onder observatie de passage van de bolletjes stimuleren met laxantia, zelfs bij tekenen van een milde intoxicatie.

Onze casus laat zien dat het belangrijk is om waakzaam te zijn op signalen die wijzen op een intoxicatie en dat deze signalen meewegen in het verdere beleid. Tijdens opname was er sprake van een progressieve daling van het bewustzijn ten gevolge van meerdere geperforeerde bolletjes. Dit brengt ook risico’s met zich mee, en heeft de doorslag gegeven om toch te opereren. Wat de risico-afweging bij bolletjesslikkers lastig maakt, is dat de anamnese per definitie onbetrouwbaar is. Je weet pas echt wat er in de bolletjes zit, wanneer je de inhoud onderzocht hebt.

Samenvattend moet er bij opname van een bodypacker voor observatie zowel aandacht zijn voor mogelijke intoxicatie als aandacht voor het monitoren van de passage van de bolletjes. Door ruptuur van een bolletje, waarbij een grote hoeveelheid THC vrijkomt en vervolgens (vertraagd) wordt opgenomen, kan een intoxicatie ontstaan die operatief ingrijpen noodzakelijk maakt.

Tot slot is het goed om te lezen dat de monografie op de website van het NVIC geactualiseerd zal worden. De website www.vergiftigingen.info is een waardevolle, toegankelijke en actuele bron over intoxicaties.

Sander D. Borgsteede, Patricia E.B. Verwer, Gerrie Prins, Rixt A. Wijma, Koos de Keijzer, Jelmer Alsma en Birgit C.P. Koch