Een afwijkende CT-scan bij licht traumatisch hoofdletsel, en dan?

CT scan reveals traumatic intracranial abnormalities in fewer than 10% of patients following mild traumatic brain injury (mTBI). Management policy in these patients is not clear.
Clinical or radiological deterioration occurs in 10-20% of this risk group, usually within 24 hours and often without neurosurgical consequences.
Patients with mTBI and subarachnoid blood or small foci of contusion do not need to be admitted to medium/high care or to the ICU. This is warranted in patients fulfilling the following criteria: age > 65 years; a Glasgow Coma Scale (GCS) score < 15; anticoagulant use; or multiple trauma. It is also warranted by fulfilment of one or more of the following CT-criteria: shift of the midline; subdural or epidural haematoma; a temporal or subfrontal focus of contusion; or intraparenchymatous bleeding > 10 ml.
Repeated CT-scan is only indicated in case of clinical deterioration. Transfer to a neurosurgical centre is not necessary in the majority of patients with mTBI and CT abnormalities.

Conflict of interest and financial support: none declared.

Toets voor nascholing (verlopen)

Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.

Bekijk de toets

Na een licht traumatisch hoofdletsel (LTH) heeft minder dan 10% van de patiënten traumatische intracraniële afwijkingen op de CT-scan. Het beleid bij deze patiënten is niet eenduidig.
Bij 10-20% van deze risicogroep treedt klinische of radiologische verslechtering op, meestal binnen 24 uur en vaak zonder neurochirurgische consequenties.
Patiënten met LTH en subarachnoïdaal bloed of kleine contusiehaarden hoeven niet op de medium/high care of IC te worden opgenomen. Dat is wel gewenst bij patiënten die aan de volgende criteria voldoen: leeftijd > 65 jaar, score op de Glasgow-comaschaal < 15, gebruik van antistolling of multitrauma; of bij 1 of meer van de volgende CT-criteria: verplaatsing van de middenlijn, een sub- of epiduraal hematoom, een temporale of subfrontale contusiehaard of intraparenchymateuze bloeding > 10 ml.
Alleen bij klinische achteruitgang is er een indicatie voor een controle-CT. Meestal is het niet nodig om patiënten met LTH vanwege een afwijkende CT-scan over te plaatsen naar een neurochirurgisch centrum.