Dwalingen in de methodologie. IX. De interpretatie van subgroepanalysen

Klinische praktijk
D.A.W.M. van der Windt
M.N.M. van Poppel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2245-7
Abstract

Samenvatting

- Subgroepanalysen kunnen informatief zijn, vooral voor de arts die zijn of haar behandeling zo goed mogelijk wil afstemmen op de individuele patiënt.

- Subgroepanalysen kunnen echter eveneens misleidend zijn.

- De sterkte van het bewijs voor subgroepeffecten wordt medebepaald door de vraag of er vooraf hypothesen zijn geformuleerd, of er rekening is gehouden met de mogelijke gevolgen van meervoudig toetsen en of er sprake is van biologische plausibiliteit.

- Met deze richtlijnen kan de lezer bij de interpretatie van gepresenteerde subgroepeffecten bepalen of ze van klinisch belang zijn, of dat de algemene onderzoeksresultaten een betere schatting geven van het te verwachten effect van therapie.

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam.

Mw.dr.D.A.W.M.van der Windt en mw.drs.M.N.M.van Poppel, epidemiologen.

Contact mw.dr.D.A.W.M.van der Windt

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties