Dr.S.M.Kropveld; het begin van de Nederlandse hartchirurgie

Perspectief
Abstract
J. Wieberdink
Download PDF

Samenvatting

De eerste geslaagde hart-operatie (afbinding van een persisterende ductus Botalli) in Nederland werd verricht in het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam door de joodse chirurg dr.S.M.Kropveld in augustus 1941. Als gevolg van de Duitse bezetting heeft deze mijlpaal in de geschiedenis van onze geneeskunde niet de gebruikelijke publiciteit gekregen.

artikel

Terecht is het in de wetenschap gebruikelijk dat grote vorderingen worden bekend gemaakt door degeen (degenen) die aanspraak kan (kunnen) maken op prioriteit. Incidentele noodgevallen (trauma, pericarditis) buiten beschouwing latende, mag men stellen dat de moderne hartchirurgie begonnen is met niet-open correcties van aangeboren gebreken van het hart en de hieruit ontspringende slagaderen. In Nederland betrof de eerste geslaagde operatie binnen dit kader een persisterende ductus Botalli, die in augustus 1941 werd afgebonden. Tégen genoemd gebruik werd deze mijlpaal in de geschiedenis van onze geneeskunde niet in de wetenschappelijke literatuur vastgelegd door de betreffende chirurg, de in 1885 geboren dr.S.M.Kropveld.

De verklaring van deze toedracht luidt dat het een joodse chirurg is geweest, die in een joods ziekenhuis (het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam) een joodse patiënt (een elfjarig meisje) behandelde tijdens de Duitse bezetting. Daardoor heeft Kropveld zèlf toen niet de gelegenheid gehad om zijn pionierswerk te publiceren. Dat zijn prestatie desondanks vastgelegd is in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, danken wij aan de Haagse chirurg Exalto die met Tummers in 1942 een artikel schreef over zijn ervaringen met de heelkundige behandeling van de persisterende ductus Botalli en daarin Kropveld's prioriteit op dusdanige wijze heeft ondergebracht dat deze aan de mogelijke anti-joodse censuur ontsnapte.1

Na de Tweede Wereldoorlog heeft Kropveld (die de concentratiekampen van Mauthausen, Auschwitz en Ebensee overleefde) niet de ambitie gehad om zijn aandeel in de ontwikkeling van de Nederlandse hartchirurgie alsnog vast te leggen. Wel heeft Eerland dit met ere genoemd in een feestrede bij het 10-jarig jubileum van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie in 1957.2 Het komt Kropveld (evenals zijn medewerkers in het joodse ziekenhuis) toe dat men weet waarom een belangrijke aanwinst in de behandeling van hartpatiënten niet op de normale wijze onder de aandacht van de Nederlandse artsen werd gebracht. Vandaar deze bijdrage tot de geschiedenis.

Vermeld zij dat Kropveld in 1910 te Amsterdam artsexamen deed en daar in 1921 promoveerde op een proefschrift ‘Experimentele Bijdrage tot het Vraagstuk der Beentransplantatie’. Hij werd in 1933 in het specialistenregister ingeschreven als chirurg en gynaecoloog, en was na de oorlog tot 1957 verbonden aan het Weesperplein Ziekenhuis te Amsterdam. Hij overleed in 1978.

Zijn dochter E.E.J.Kropveld stelde bijgaande foto ter beschikking. Van de genoemde patiënte is bekend dat zij na de Duitse bezetting in goede gezondheid naar ZuidAmerika is vertrokken en daar twee kinderen ter wereld heeft gebracht.

Literatuur
  1. Exalto J, Tummers JC. De behandeling van de opengeblevenductus Botalli. Ned Tijdschr Geneeskd1942; 86-IV: 2772-8.

  2. Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie.Ned Tijdschr Geneeskd 1958; 102:1173-8.

Auteursinformatie

Dr.J.Wieberdink, chirurg, Kudelstaartseweg 148 A, 1433 GN Kudelstaart.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties