Doorgeschoten hyperspecialisatie maakt meer stuk dan ons lief is

Meerdere mensen in een wit doolhof van bovenaf gezien.
A.L.J. (Anna) Verhulst

Tijdens de golven van de covid-19-epidemie is er één vaardigheid essentieel gebleken om de ziekenhuiszorg draaiende te houden: flexibiliteit. Dat geldt op landelijk niveau voor de spreiding van IC-patiënten, op lokaal niveau voor de zoektocht naar een isolatiebed, maar vooral ook op werknemersniveau voor de inzet van personeel op de plekken waar dat het hardst nodig was.

Zo werd ik tijdens de eerste golf als aios interne geneeskunde teruggeroepen naar de intensive care (IC) van een perifeer centrum. Tijdens de tweede golf kletste ik als vaccinatiearts met vitale senioren. En tijdens de derde golf beoordeelde ik peuters door een hek…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Margot
van Ingen

Collega Verhulst beschrijft een reeks zeer herkenbare situaties. Ook in ons ziekenhuis kenden we de polonaise van doktoren langs de multimorbide patiënt. Tenminste, in het gunstige geval, met wat pech moet de patiënt bij al die verschillende doktoren op audiëntie. Maar inmiddels weten we hoe het beter kan. We willen daarom graag nog twee suggesties toevoegen aan de ideeën van collega Verhulst:

 

Ten vierde: Investeer in ziekenhuisartsenKNMG. Sinds 2012 worden er in verschillende centra in Nederland ziekenhuisartsen opgeleid1. Deze profielartsen worden in 3 jaar opgeleid in de volle breedte om als generalist op de verschillende verpleegafdelingen te kunnen werken. Hierbij verbinden ze de verschillende superspecialismen en kunnen daarbij ook tegenstrijdigheden in het beleid en communicatie voorkomen. Vanwege specifieke scholing in kwaliteitsverbeterprojecten tijdens de opleiding ziekenhuisgeneeskunde is er naast de meerwaarde voor de individuele patiënt ook een meerwaarde voor de desbetreffende afdeling. De ziekenhuisarts neemt een deel van de basis generalistische zorg over van de hypergespecialiseerde artsen en zorgt voor continuïteit én kwaliteit van zorg.

 

Ten vijfde: Ga interprofessioneel samenwerken. In de eerste COVID-golf ervaarden we hoe goed samenwerken kan werken. Vanuit daar hebben we in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een Intensieve Samenwerking Afdeling2 opgericht. Hier werken internisten, geriaters, longartsen, cardiologen en ziekenhuisartsen (zie ten vierde) écht samen rondom patiënten met multimorbiditeit. Hierbij worden alle patiënten elke ochtend besproken in een behandelteamoverleg. De ziekenhuisarts brengt de patiënt in, de specialisten geven elk vanuit hun eigen achtergrond input voor de behandeling. Deze samenwerking zorgt niet alleen voor beter afgestemde zorg rondom deze steeds groter en complexer wordende patiëntencategorie; de betrokken specialisten worden tijdens het overleg stiekem steeds generalistischer!

 

Margot van Ingen-Stokbroekx, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Intensieve Samenwerkings Afdeling, ’s Hertogenbosch, Ziekenhuisarts en voorzitter Concilium Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Renske Labordus, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Afdeling hematologie, ’s Hertogenbosch, Ziekenhuisarts en secretaris bestuur Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

 

Margot van Ingen-Stokbroekx
Renske Labordus
Literatuur

1. Heijnen J. 5 jaar ziekenhuisgeneeskunde. Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D5149

2. Den Harder A, Van Ingen M, Keijsers K, Netten P. Hoe de coronacrisis leerde dat samenwerken loont. Med Contact. 25 maart 2021.