Doodsoorzaak nr. 1 bij jonge Nederlanders: de sigaret

Onderzoek
Carin M.M. Reep-van den Bergh
Peter P.M. Harteloh
Esther A. Croes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1991
Abstract

In deze serie publiceren wij artikelen over roken. De onderwerpen lopen uiteen van de gezondheidseffecten van roken tot de kosten voor de samenleving en de preventie van roken onder jongeren.

Samenvatting

Doel

Onderzoeken van het effect van roken op voortijdig overlijden in Nederland en van het verschil in doodsoorzaken tussen rokers en niet-rokers.

Opzet

Observationeel cohortonderzoek.

Methode

Gegevens over rookgedrag van 40.000 respondenten uit de CBS-gezondheidsenquête van 2001-2006 werden gekoppeld aan gegevens over sterfte en doodsoorzaken in de 10 jaar nadat deze vragenlijst was afgenomen. We berekenden vervolgens de hazardratio op voortijdig overlijden voor rokers, ingedeeld naar rookintensiteit, en ex-rokers ten opzichte van degenen die nooit hadden gerookt. Daarmee maakten we een schatting van de cumulatieve sterfte van rokers versus niet-rokers.

Resultaten

De hazardratio op voortijdig overlijden was 3,8 (95%-BI: 3,2-4,5) voor zware rokers, 2,6 (95%-BI: 2,2-3,0) voor matige rokers en 1,7 (95%-BI: 1,3-2,3) voor lichte rokers. Levenslange zware rokers hadden een kans van 23% om vóór 65-jarige leeftijd te overlijden. Voor de matige, lichte en niet-rokers was deze kans respectievelijk 16, 11 en 7%. Bij de helft van alle mensen die relatief jong overleden was kanker de onderliggende doodsoorzaak; bij rokers ging het voornamelijk om longkanker. Zware rokers verloren naar schatting 13 levensjaren, matige rokers 9 en lichte rokers 5. Stoppen met roken leverde op elke leeftijd nog gezondheidswinst op. Ex-rokers die vóór ongeveer hun 35e gestopt waren, hadden dezelfde levensverwachting als levenslange niet-rokers.

Conclusie

In Nederland worden naar schatting 4 van de 10 voortijdige sterfgevallen veroorzaakt door roken. Onder rokers is kanker de voornaamste doodsoorzaak. Stoppen met roken verhoogt de levensverwachting, dus hoe eerder een roker stopt, hoe beter.

Auteursinformatie

Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.

Ir. C.M.M. Reep-van den Bergh, epidemioloog; dr. P.P.M. Harteloh, medicus.

Trimbos-instituut, Utrecht.

Dr. E.A. Croes, arts-epidemioloog.

Contact ir. C.M.M. Reep-van den Bergh (cmm.reep-vandebergh@cbs.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Carin M.M. Reep-van den Bergh ICMJE-formulier
Peter P.M. Harteloh ICMJE-formulier
Esther A. Croes ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Roken
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties