Doctor Thomas Schwencke en Wolfgang Amadeus Mozart

Perspectief
Harry F.P. Hillen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2195
Abstract
Download PDF

artikel

Thomas Schwencke (1694-1767) was nog geen 29 jaar oud toen hij werd benoemd tot hoogleraar in de anatomie en de chirurgie in Den Haag. Pas aan het einde van zijn carrière zou hij vooral naam maken, als behandelend arts van Mozart.1,2 Schwencke groeide met zijn jongere broer Martinus op in Maastricht. De familie Schwencke was naar Maastricht verhuisd in het gevolg van de graaf van Waldeck, de gouverneur en de oprichter van het militaire hospitaal in de stad. Daar volgden de gebroeders Schwencke de Latijnse School en waarschijnlijk de geneeskundige vooropleiding in het militaire hospitaal; vervolgens gingen zij in Leiden geneeskunde studeren.3 Thomas Schwencke promoveerde in 1715 op een proefschrift over speeksel (‘Dissertatio de Saliva’). Hij vestigde zich als Medicinae Doctor in 1718 in Den Haag.

In die periode was de opleiding geneeskunde aan de universiteiten vooral theoretisch, terwijl de praktische chirurgische opleiding aan Illustere Scholen of Chirurgische Scholen werd gegeven. Er waren toen onder andere Illustere Scholen in Amsterdam, Deventer, Breda, Nijmegen, Rotterdam en Maastricht, en Chirurgische Scholen in Leeuwarden, Delft en Den Haag.

In 1723 werd Thomas Schwencke, op advies van de Leidse anatoom Albinus, door de ‘Societas Hagensis’ als opvolger van professor Maurits van Reverhorst benoemd tot ‘professor Anatomiae et Chirurgiae’ aan de Chirurgische School in de Hofstad (figuur)

Figuur 1

Het onderwijs van Schwencke werd gewaardeerd. In 1736 werd zijn leeropdracht uitgebreid met een lectoraat verloskunde. In Den Haag werd de staf van de Chirurgische School geleidelijk uitgebreid met een hoogleraar filosofie en in 1750 met een hoogleraar botanie, Martinus Schwencke, die ook verantwoordelijk werd voor een gerenommeerde Hortus Medicus aan het Bezuidenhout.1

Het onderzoek dat Thomas Schwencke deed, naast zijn praktijk als stadsarts, resulteerde in meerdere publicaties. De bekendste daarvan is ‘Haematologia sive Sanguinis Historia’, in 1743 het eerste leerboek hematologie.3 Daarnaast publiceerde Schwencke over de pokken en vooral over de ‘variolatie’, de inoculatie met materiaal uit blaasjes van lijders aan een pokkeninfectie met een gemitigeerd beloop. Schwencke paste deze voorloper van de pokkenvaccinatie in 1754 als eerste in Nederland toe. In het kader van zijn lectoraat obstetrie beschreef Schwencke een instrument om de baarmoeder te kantelen, bekend als het ‘zilveren pessarium van Schwencke’.

Door dit alles verkreeg Schwencke naam en faam. Door de Raad van State werd hij geconsulteerd als ’s Lands arts. In 1737 werd hij benoemd tot hofarts van Willem IV en de Prins en Prinses van Nassau-Weilburg.

Mozart

In 1765 had de muzikale Prinses Carolina van Nassau-Weilburg de familie Mozart uitgenodigd om in Den Haag concerten te geven ter gelegenheid van de inhuldiging van het Stadhouderschap van Willem V, haar broer. Vader Leopold Mozart, moeder Maria Anna, de 14-jarige zus Nannerl en het 9-jarige wonderkind Wolfgang Amadeus verbleven daarvoor in hotel La Ville de Paris. Daar kreeg eerst zus Nannerl buiktyfus. Zij werd ernstig ziek, zelfs zodanig dat voor haar leven gevreesd moest worden. De behandeling die was ingesteld door de stadsarts Heymans hielp niet.4 Op verzoek van Prinses Carolina nam Schwencke de behandeling over. Dit verliep na enige tijd voorspoedig, maar vervolgens werd Wolfgang Amadeus even ernstig getroffen door de buiktyfus. Ook hij werd uiteindelijk met goed resultaat behandeld door Schwencke. Vader Mozart was zeer onder de indruk van de aanpak van Schwencke en vooral van zijn conversatie in het Latijn.5 Na twee maanden ziekbed kon Mozart de concerten in Den Haag hervatten. Schwencke was waarschijnlijk onder de toehoorders toen op 8 maart 1766 het speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde divertimento ‘Gallimathias musicum’ (KV.32) met een fuga op de melodie van het Wilhelmus door Wolfgang Amadeus Mozart in goede gezondheid werd uitgevoerd.6

Literatuur
  1. Endtz LJ. De Hage-Professoren. Geschiedenis van een chirurgische school. Amstelveen: Specia; 1972.

  2. Krul R. Haagsche Doctoren, Chirurgen en Apothekers in den ouden tijd. ’s-Gravenhage: W.P.van Stockum & Zoon; 1891.

  3. Hillen HFP. Thomas Schwencke (1694-1767) De eerste Nederlandse hematoloog. Ned Tijdschr Hematol. 2010;7:17-20.

  4. Koopman J. Mozart en zijn geneeskundigen. Ned Tijdschr Geneeskd. 1925;69:35-43.

  5. Peddemors A, Samana L. Mozart and the Netherlands. Zutphen: Walburg Pers; 2003.

  6. Robbins Landon HC. Wolfgang Amadeus Mozart. Baarn: Tirion uitgevers; 2001.

Auteursinformatie

Universiteit Maastricht, Onderwijsinstituut Faculty Health, medicine and Life Sciences, Maastricht. 

Prof.dr. H.F.P. Hillen, emeritus hoogleraar Interne Geneeskunde (h.hillen@oifdg.unimaas.nl

Contact (h.hillen@OIFDG.unimaas.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 3 juni 2010

Ook interessant

Reacties

Frits B.
Lammes

In het aardige artikel wordt in tegenstelling tot wat de titel suggereert maar weinig  meegedeeld over de belangrijke rol die Schwencke heeft gespeeld bij de behandeling van Nannerl en Wolfgang Mozart.
Kennelijk is de schrijver niet op de hoogte geweest  van de uitgebreide monografie  van Van der Zanden  over het    verblijf  van Mozart in de lage landen[i]. Uitgebreid valt daarin te lezen wat  vader Leopold  uitvoerig en gedetailleerd in zijn brieven en notities heeft geschreven over de ernstige ziekte van zijn  twee kinderen.
Duidelijk is dat Leopold door zijn kennis van het Latijn de consultatie van prof Schwencke door Dr Heymans  precies kon volgen  en corrigerend optreedt als hij merkt dat de gegevens over het ziektebeloop van zijn kinderen niet nauwgezet door Heymans worden overgebracht. Schwencke wordt daardoor niet op het verkeerde been gezet en trekt zijn eigen plan waarbij zijn  omzetting van het dieet van geitenmelk naar kalfsbouillon ondermeer een belangrijke rol zal hebben gespeeld  bij de bijna fataal verlopende (para)typhus.  De  uitvoerige gedetailleerde beschrijving door Leopold, ook van de medicatie  maakt duidelijk dat Leopold tekort wordt gedaan met de vermelding dat hij bij Schwencke “vooral onder de indruk was van het Latijn”  .
In het artikel wordt voorts terloops melding gemaakt van het zilveren pessarium dat Schwencke  ontwierp. Het was echter niet bedoeld om de baarmoeder te kantelen, maar om een vaginale  prolaps van de uterus te redresseren. Schwencke ontwierp een zilveren pessarium met een ingenieus mechaniek, waarbij -na plaatsing- door het aandraaien van een soort vleugelmoer  de 4 bladen van het pessarium uiteen gingen zodat  het toestelletje gefixeerd bleef. De afbeelding is te vinden in het boekje van Endtz[ii].  Over een, al of niet, gekantelde baarmoeder maakte men zich toen geheel geen zorgen.

Prof Dr F.B.Lammes

 

 

[i]Van der Zanden J. Mozart in de lage landen Piumento 2005

[ii]Endtz J. De Hage -professoren. Sepcia Amstelveen 1972 

Harry
Hillen

Geachte professor Lammes,

Dank voor Uw waardevolle aanvullingen op het korte artikel over Thomas Schwencke en Wolfgang Amadeus Mozart. In het artikel heb ik de belangrijke rol die Schwencke speelde bij de behandeling van de jonge Mozart voldoende nadruk proberen te geven. Binnen de toegestane ruimte heb ik besloten om de aard van de behandeling, hoe interessant dan ook, niet te bespreken. De behandeling is beschreven in het NTVG in 1925 door Koopman in de referentie die ik daarover gaf..Bij  het raadplegen van de literatuur heb ik de monografie van Van der Zanden niet gevonden. Ik dank U voor het opmerkzaam maken op die omissie. Bij de tekst over het terloops genoemde zilveren pessarium van Schwencke heb ik mij gebaseerd op de tekst van de door U genoemde referentie van Endtz (pag 89). Daar wordt letterlijk gesproken over 'een apparaat bedoeld om zonder heelkundige ingreep een kanteling van de baarmoeder te verhelpen. Blijkbaar is die interpretatie niet juist.

 

Harry Hillen