Diagnostiek en behandeling van het leverceladenoom in Nederland: overeenkomsten en verschillen

Onderzoek
D.J. van der Windt
N.F.M. Kok
R.A. de Man
J.N.M. IJzermans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1345-51
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de huidige expertopinies met betrekking tot de diagnostiek en de behandeling van het leverceladenoom in Nederland.

Opzet

Schriftelijke enquête.

Methode

In 2005 werd naar de 20 ziekenhuizen met een tertiaire verwijsfunctie een enquêteformulier verstuurd met vragen over incidentie, diagnostiek, behandeling, beleid bij zwangerschap en follow-up van leveradenomen. Daarnaast werd gevraagd naar het behandelbeleid bij 5 fictieve patiëntencasussen.

Resultaten

Er reageerden 17 ziekenhuizen (85). Per centrum werden jaarlijks mediaan 52 patiënten met een solide levertumor gezien. Van hen had 1-40 een benigne afwijking met een differentiaaldiagnose van adenoom, focale nodulaire hyperplasie en hemangioom. In 15 klinieken (88) werd de diagnose ‘leveradenoom’ gesteld met multifasische spiraal-CT- of MRI-series na contrasttoediening. In 2 klinieken (12) was een histologisch biopt vereist voor de diagnose. In alle klinieken volgde men in eerste instantie een conservatief beleid: het staken van pilgebruik en radiologische controle. Patiënten met adenomen werden gevolgd met MRI, CT of echografie in verschillende tijdsschema’s. Een tumorgrootte > 5 cm en buikklachten waren redenen om te reseceren. In 5 klinieken (29) werden patiënten na chirurgie niet langer gevolgd. Indien meerdere factoren tegelijk een rol speelden (grootte, locatie, aantal, zwangerschapswens) varieerde het beleid sterk. Zwangerschap werd in 15 klinieken niet afgeraden, maar in 11 ziekenhuizen (65) werden wél voorwaarden gesteld: frequente controle, perifere locatie die ingrijpen mogelijk maakt, stabiele tumorgrootte en begrip van de risico’s.

Conclusie

Het beleid betreffende leverceladenomen is redelijk eenduidig in Nederland. Verschillen bestaan in de wijze waarop patiënten gecontroleerd worden en in de behandelstrategie bij patiënten indien meerdere factoren het beleid bepalen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1345-51

Auteursinformatie

Erasmus MC, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Afd. Heelkunde: hr.D.J.van der Windt, coassistent; hr.N.F.M.Kok, assistent-geneeskundige; hr.prof.dr.J.N.M.IJzermans, chirurg.

Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: hr.dr.R.A.de Man, maag-darm-leverarts.

Contact hr.prof.dr.J.N.M.IJzermans (j.ijzermans@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties