De toename van de lichaamslengte van de Nederlander en de aantrekkelijkheid van het tennisspel

Onderzoek
D. Hoogendoorn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:2343-4
Abstract

Samenvatting

De gemiddelde lichaamslengte van Nederlandse dienstplichtigen voor militaire dienst is sinds 1950 met 7, en sinds 1900 met 12 cm gestegen. Dit is zeer veel in een zo kleine fractie van de geschiedenis van het mensdom. Deze groei heeft consequenties o.a. voor de aantrekkelijkheid van het tennisspel voor toeschouwers.

Auteursinformatie

Contact Dr.D.Hoogendoorn, Prins Bernhardlaan 11, 8131 DE Wijhe

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

F.G.M.
Russel

Nijmegen, januari 1987,

Met belangstelling heb ik het artikel van Hoogendoorn gelezen, waarin verband wordt gelegd tussen de sedert 1900 sterk toegenomen gemiddelde lichaamslengte en de aantrekkelijkheid van tennis als kijkspel (1986;2343-4). Op onderhoudende wijze betoogt hij dat naar evenredigheid met de toegenomen lichaamslengte de nethoogte met 7,6 cm zou moeten worden verhoogd, met als gewenst resultaat een aantrekkelijker spel met meer rally's. De argumenten die hem tot dit originele voorstel brengen zijn echter naar mijn mening slechts ten dele overtuigend, in ieder geval betwijfel ik of hij er de juiste conclusie aan heeft verbonden.

Hoogendoorn betreurt het, samen met de (Nederlandse?) sportjournalisten, dat het herentennis tegenwoordig vooral bepaald wordt door het geweld van de opslag. Vrouwentennis zou volgens hem vaak aantrekkelijker zijn, wellicht doordat de gemiddeld kortere lichaamslengte van de dames een minder verwoestende opslag toelaat. Deze mening wordt echter niet gedeeld door het overgrote deel van het tennisminnende publiek. Ivan Lendl en Boris Becker, de huidige nummers een en twee van de wereldranglijst, trekken nog altijd meer publiek dan al hun vrouwelijke collega's te zamen.1 Een maatregel zoals die door Hoogendoorn wordt voorgesteld, zal dan waarschijnlijk ook niet in dank worden afgenomen. Integendeel, verhoging van het net zal weliswaar de mogelijkheid om bij de opslag direct te scoren doen afnemen, maar tegelijkertijd zal het netspel veel moeilijker worden. Rally's zullen beperkt blijven tot fantasieloze slagenwisselingen vanaf de achterlijn, waarbij het slechts wachten is tot een van beide spelers een fout maakt. Nog niet zo lang geleden domineerden de Zweedse tennissers het toptennis met dit door publiek en sportjournalisten (dezelfde?) zo verguisde speltype.

Als er dan al wat veranderd zou moeten worden, ligt het veel meer voor de hand om een maatregel te treffen die alleen de opslag beïnvloedt, bijvoorbeeld door de lengte van het servicevak naar evenredigheid te verkleinen. Dit zou neerkomen op een verkorting van de lengte van het servicevak van 6,40 m (21 voet) naar 5,94 m (19 voet en 6 inches). Hoogendoorn wijst er op dat veranderingen binnen de zo traditionele tennissport met zijn vele eerbiedwaardige regels niet erg waarschijnlijk zijn. Misschien is dat ook maar goed zo.

F.G.M. Russel
Literatuur
  1. Schurink M. Tennisvakbond gokt op charme om publiek voor zich te winnen. De Volkskrant 1987; 24 januari.

Winsum, januari 1987,

Collega Hoogendoorn berekent in zijn artikel de nethoogte op 106,6 plus 7,6 cm, dit in verband met de toegenomen lengte van de mens sedert 1900 (1986;2343-4). In plaats van de lengte van de mens te nemen lijkt het me beter uit te gaan van de lengte van de mens met opgeheven arm. Immers, de opslag maakt het tennisspel tegenwoordig minder aantrekkelijk. Ook op ander gebied zien we trouwens dat er geen rekening wordt gehouden met het langer worden van de mens. Wat te denken bijv. van de lengte van de brancard van de ambulance. De lengte van het ligdeel bedraagt 180 cm, 1 cm korter dan de gemiddelde lengte van de huidige jonge man! We zien dan ook geregeld dat de voeten van patiënten uit de brancard steken. Zeker bij een gebroken been een ongerieflijke, om niet te zeggen schadelijke manier van vervoeren. Ik noem hier nu één facet van het geen rekening houden met het toenemen van de lichaamslengte, maar het zou de moeite waard zijn om dit eens systematisch nader te onderzoeken.

U.J. Mansholt

Wijhe (Ov.), januari 1987,

Wanneer het opheffen van de arm de lichaamslengte met een factor x vergroot, geldt dit ook voor de lichaamslengte van de man die in 1900 tennis speelde. We krijgen dan een overeenkomstige berekening met dezelfde uitkomst: het net zou naar 114 cm moeten. Overigens mijn dank voor de reactie en het attenderen op de te geringe lengte van de brancard.

D. Hoogendoorn