De plaats van chemotherapie bij het niet-kleincellig longcarcinoom

Klinische praktijk
G. Giaccone
A.M. Dingemans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1111-4

De omvang van het probleem

Longkanker is de voornaamste oorzaak van kankersterfte onder mannen en in de VS heeft longkanker bij vrouwen onlangs het mammacarcinoom in dit opzicht gepasseerd.12 De incidentie in Nederland is ongeveer 78:100.000.3 Terwijl de incidentie bij mannen in de afgelopen 5 jaar duidelijk is afgenomen, neemt deze bij vrouwen nog steeds toe. Longkanker kan bij 80 van de mannen en 75 van de vrouwen toegeschreven worde aan het roken van sigaretten.

Er zijn 4 belangrijke histologische typen van longkanker te onderscheiden: plaveiselcelcarcinoom, adenocarcinoom, grootcellig en kleincellig carcinoom. Kleincellig bronchuscarcinoom (‘small cell lung cancer’ (SCLC)) maakt 25-30 uit van alle longcarcinomen. De overige 3 subtypen worden samengevat onder een klinische noemer, de niet-kleincellige longtumoren (‘non-small cell lung cancer’ (NSCLC)).

Een kenmerkend verschil tussen SCLC en NSCLC is de neiging van de SCLC om eerder en verspreider te metastaseren. Een ander belangrijk verschil tussen SCLC…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, De Boelelaan 1117, 1181 HV Amsterdam.

Afd. Medische Oncologie: dr.G.Giaccone, internist-oncoloog.

Afd. Longziekten en Oncologie: mw.A.M.Dingemans, arts-onderzoeker.

Contact dr.G.Giaccone

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties