De plaats van C-peptidebepaling in de diagnostiek van diabetes mellitus

Klinische praktijk
M. van der Feltz
J.B.L. Hoekstra
D.W. Erkelens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:179-83

Inleiding

Pro-insuline, de voorloper van insuline, wordt geproduceerd in de ?-cellen van de eilandjes van Langerhans in het pancreas. Dit polypeptide is opgebouwd uit een A- en een B-keten, met daartussen het ‘connecting peptide’ (C-peptide). In de secretiegranula afkomstig van het Golgi-apparaat wordt pro-insuline gesplitst in insuline (de A- en de B-keten verbonden door middel van twee zwavelbruggen) en C-peptide. Insuline en C-peptide worden door de ?-cellen in equimolaire hoeveelheden samen met circa 5 intact pro-insuline uitgescheiden. De hormonen belanden in de portale circulatie, bereiken de lever en komen deels in de perifere circulatie.1 In de lever wordt 50-70 van het insuline geëxtraheerd, in tegenstelling tot C-peptide dat vrijwel voor 100 passeert.2 Dit verklaart waarom, ondanks equimolaire uitscheiding, het C-peptidegehalte in het perifere bloed relatief hoger is dan dat van insuline. De gerapporteerde halfwaardetijd van C-peptide varieert van 11,1 tot 33,5 min en die van insuline van 4,3…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

M.van der Feltz; prof.dr.D.W.Erkelens, internist.

Diakonessenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Utrecht.

Dr.J.B.L.Hoekstra, internist.

Contact prof.dr.D.W.Erkelens

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties