De plaats op de arbeidsmarkt van artsen die in 1982 en 1983 in Groningen gingen studeren

Perspectief
J. Cohen-Schotanus
H.J. Huisjes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1434-7
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van werkervaring en -wensen van artsen, die ongeveer 10 jaar geleden hun opleiding begonnen.

Opzet

Telefonische enquête.

Plaats

Rijksuniversiteit Groningen (RUG).

Methode

In de zomer van 1993 werd 98 van de tot dan toe afgestudeerden van de jaarcohorten 1982 en 1983 geneeskunde van de RUG telefonisch ondervraagd over hun werkervaring en -wensen.

Resultaten

Alle ondervraagden op 3 na hadden werk als arts. De gemiddelde tijdsduur tussen afstuderen en werkaanvang was 1,2 maand. Ruim 70 werkte als assistent-geneeskundige in opleiding (AGIO) of als assistent-geneeskundige niet in opleiding (AGNIO); er waren meer AGNIO's dan AGIO's. Vrijwel alle mannelijke ondervraagden en 4 op de 5 vrouwen hadden een volledige baan. De helft wilde in de toekomst voltijds blijven werken: 2 op 3 mannen en 1 op 3 vrouwen.

Conclusie

Als alle wensen vervuld worden, is de gemiddelde toekomstige werktijd 86. Er is grote behoefte aan plaatsen in de vervolgopleidingen.

Auteursinformatie

Bureau Onderzoek van Onderwijs Geneeskunde, Ant. Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen.

Mw.drs.J.Cohen-Schotanus, psycholoog.

Rijksuniversiteit, faculteit der Geneeskunde, Groningen.

Prof.dr.H.J.Huisjes, decaan.

Contact mw.drs.J.Cohen-Schotanus

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties