De pathofysiologie van uitwendige hartmassage

Klinische praktijk
N.H.J. Pijls
H.J.J.M. Berden
J.M.A. Hendrick
F.F. Willems
T. van der Werf
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1585-9

Zie ook het artikel op bl. 1593.

Sedert vele eeuwen heeft men pogingen ondernomen om patiënten die getroffen werden door een plotselinge hart-en (of) ademhalingsstilstand weer tot leven te wekken. Enige voorbeelden van methoden die hiervoor in zwang waren kan men aanschouwen in figuur 1. Hoewel een aantal van de daar afgebeelde technieken de lezer zal doen glimlachen, hebben deze toch een principe gemeenschappelijk dat later in dit artikel aan de orde zal komen.

Zinvolle hulpverlening bij patiënten met een circulatie- en (of) ademhalingsstilstand werd op grote schaal mogelijk nadat Kouwenhoven et al. in 1960 de techniek beschreven van de uitwendige hartmassage welke in combinatie met de mond-op-mond-beademing kan worden toegepast.1 Deze methode heeft grote verspreiding gevonden en vele patiënten het leven gered. Dat uitwendige hartmassage een effectieve methode is om een periode van hartstilstand te overbruggen totdat meer definitieve hulp geboden kan worden, is derhalve empirisch vastgesteld…

Auteursinformatie

Sint-Radboudziekenhuis, afd. Cardiologie, Postbus 9100, 6500 HB Nijmegen.

N.H.J.Pijls en prof.dr.T.van der Werf, cardiologen; F.F.Willems, assistent-geneeskundige.

Slingeland Ziekenhuis, afd. Cardiologie, Doetinchem.

J.M.A.Hendrick, assistent-geneeskundige.

Nederlands Huisartsen Genootschap.

H.J.J.M.Berden, arts-bedrijfskundige.

Contact N.H.J.Pijls

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties