De 'Leidse impotentiescreeningtest' (LIST) bij mannen met een erectiestoornis als voorselectie voor psychofysiologisch diagnostisch onderzoek

Onderzoek
A.K. Slob
E.F.C. Buitenhuis
L. Gijs
W.C.J. Hop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:581-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Vergelijking, bij mannen met een erectiestoornis, van de ‘Leidse impotentiescreeningtest’(LIST)-score, die onderscheid mogelijk maakt tussen een psychogene en een organische erectiestoornis, met de klinische diagnose op basis van psychofysiologisch diagnostisch onderzoek (PFDO).

Opzet

Explorerend en vergelijkend, prospectief.

Methode

Bij 320 opeenvolgende patiënten met een erectiestoornis die PFDO ondergingen, werd in 1996 en 1997 op de afdeling Endocrinologie en Voortplanting, Erasmus Universitair Medisch Centrum, Rotterdam, routinematig de LIST afgenomen. De klinische diagnose werd gesteld op basis van PFDO en werd retrospectief vergeleken met de diagnose op basis van de LIST-score (hiervan werden alleen de eerste 6 van de 11 vragen door alle patiënten beantwoord).

Resultaten

De klinische diagnose op basis van PFDO, te weten ‘psychogeen’ of ‘somatisch’, stemde goed overeen met de LIST-diagnose: na PFDO werd bij 30 van de patiënten een organische oorzaak verondersteld, volgens de LIST bij 33, en een psychogene oorzaak bij respectievelijk 70 en 67. De totale correspondentie tussen de PFDO- en de LIST-diagnose was 74. Leeftijd was een significante factor: mannen < 40 jaar hadden de hoogste LIST-score (in vergelijking tot mannen van 40-60 en > 60 jaar) en tevens de sterkste penisrespons. Dit wees op een meer psychogene etiologie van de erectiestoornis bij de jongere mannen.

Conclusie

Uitgebreid psychofysiologisch diagnostisch onderzoek hoeft niet standaard bij iedere man met erectiestoornis te worden afgenomen; men kan beginnen met de LIST af te nemen. Bij een hoge LIST-score (5-7) is een organische oorzaak vrijwel uitgesloten. Bij een lage LIST-score (0-2) is verdere psychosomatische diagnostiek gewenst, waarbij zeker valt te denken aan PFDO.

Auteursinformatie

Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Afd. Endocrinologie en Voortplanting: prof.dr.A.K.Slob, medisch fysioloog-seksuoloog; mw.drs.E.F.C.Buitenhuis, psycholoog.

Afd. Epidemiologie en Biostatistiek: dr.W.C.J.Hop, statisticus.

Universiteit van Utrecht, capaciteitsgroep Klinische Psychologie, Utrecht.

Dr.L.Gijs, gezondheidszorgpsycholoog-seksuoloog.

Contact prof.dr.A.K.Slob

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties