Is de huisarts machteloos bij suïcidale patiënten?

Klinische praktijk
Ad J.F.M. Kerkhof
C.E. (Kees) van der Meer
A.M.A. (Marga) van der Meer-Medendorp
Derek de Beurs
Remco de Winter
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D5058

Dames en Heren,

Na een ongeval thuis is suïcide de meest voorkomende oorzaak van een niet-natuurlijke dood. Er overlijden 3 keer zoveel mensen door zelfdoding dan door verkeersongevallen. Toch wordt de huisarts relatief weinig geconfronteerd met suïcide. Naar schatting maakt een huisarts iedere 4 tot 8 jaar een patiënt mee die suïcide pleegt. Suïcidepogingen en de dreiging van suïcide komen echter veel vaker voor en gemiddeld heeft elke huisarts daar 3 tot 4 keer per maand mee te maken.1

Wat te doen wanneer een patiënt bij herhaling aangeeft suïcidale gedachten te hebben? Huisartsen voelen zich nogal eens machteloos tegenover een patiënt met suïcidale gedachten. In deze klinische les willen wij huisartsen laten zien dat zij niet helemaal machteloos zijn. Ook in complexe en schijnbaar uitzichtloze situaties kunnen huisartsen voorkomen dat een patiënt suïcide pleegt, vooral vanwege hun persoonlijke relatie met de patiënt en met diens naasten.

Patiënt A, een alleenwonende, 39-jarige, gescheiden man, kwam bij de huisarts omdat hij suïcide wilde plegen.

De man was werkzaam als architect in loondienst totdat hij vanwege een depressie zijn werk niet meer kon doen. Sindsdien kreeg hij een ziektewetuitkering. De huisarts had de man verwezen naar een vrijgevestigde psychotherapeut, die hem intensief behandelde voor depressie en suïcidaliteit. Na een jaar merkte hij echter geen verbetering van de klachten. Ook werd hij een korte tijd met antidepressiva behandeld, maar ook dat gaf geen verlichting van de klachten. Daarom vertelde hij de huisarts dat hij onbehandelbaar was en niet meer wilde leven. Hij had voldoende middelen in huis om een einde aan zijn leven te maken. Ook had hij al afscheid genomen van zijn vrienden. Recentelijk had hij zijn moeder, die hij al 6 jaar niet gezien had, ook verteld dat hij suïcide zou gaan plegen. De man ervaarde zijn bestaan…

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, afd. Klinische Psychologie, Amsterdam: prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof, klinisch psycholoog en psychotherapeut; dr. D. de Beurs, psycholoog (tevens Trimbos Instituut, afd. Epidemiologie, Utrecht); dr. R. de Winter, psychiater (tevens geneesheer-directeur GGZ Rivierduinen, Leiden). Huisartsenpraktijk ’t Joppe, Leiden: drs. C.E. van der Meer en A.M.A. van der Meer-Medendorp, huisartsen.

Contact A.J.F.M. Kerkhof (ajfm.kerkhof@gmail.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Ad J.F.M. Kerkhof ICMJE-formulier
C.E. (Kees) van der Meer ICMJE-formulier
A.M.A. (Marga) van der Meer-Medendorp ICMJE-formulier
Derek de Beurs ICMJE-formulier
Remco de Winter ICMJE-formulier
De rol van huisartsen bij suïcidale patiënten
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties