De behandeling van familiaire hypercholesterolemie

Klinische praktijk
P.J. Lansberg
J.J.P. Kastelein
J.C. Defesche
J.W. ten Cate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:734-8

Zie ook de artikelen op bl. 723, 727, 730 en 739.

Inleiding

Familiaire hypercholesterolemie (FH) is een erfelijke stoornis in de vetstofwisseling die predisponeert voor vroegtijdige atherosclerose van de coronaire, cerebrale en perifere vaten. Het is een autosomaal dominante aandoening en komt dan ook voor in een homozygote en een heterozygote vorm. De prevalentie van de heterozygote vorm wordt onder de algemene bevolking geschat op 1:500, waarmee FH de frequentst voorkomende erfelijke stofwisselingsziekte bij de mens is. De sterk toegenomen premature atherosclerose bij FH-patiënten wordt toegeschreven aan het verhoogde gehalte aan ‘low-density’-lipoproteïnen (LDL) in het plasma. Deze cholesterolrijke lipoproteïnen worden voor het grootste deel (circa 70 ) door de lever opgenomen via de LDL-receptor. Bij de heterozygote vorm van FH functioneert ongeveer 50 van deze LDL-receptoren, waardoor het plasma-cholesterolgehalte kan stijgen tot waarden tussen 7,5 en 16 mmoll (normaalwaarden: 3,0-5,0 mmoll). De primaire oorzaak van FH is…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Hematologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

P.J.Lansberg, assistent-geneeskundige; dr.J.J.P.Kastelein en prof.dr.J.W.ten Cate, internisten; ir.J.C.Defesche, moleculair bioloog.

Contact dr.J.J.P.Kastelein

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Woerden, april 1992,

In het overigens goede artikel van Lansberg, Kastelein, Defesche en Ten Cate is op pagina 736 een foutje ingeslopen met betrekking tot de eiwitbinding en de uitscheiding van het middel pravastatine (Selektine) (1992;734-8). De eiwitbinding van pravastatine bedraagt slechts 50% en geen 90%. Dit betekent dat pravastatine bij gelijktijdige toediening met anti-coagulantia geen invloed heeft op de anticoagulatietherapie. Verder wordt pravastatine zowel door de nier als door de lever uitgescheiden. Bij nierinsufficiëntie hoeft de dosis echter niet te worden aangepast.

O.R.J. Luimers