De arts-patiëntrelatie bezien door een specialist: 'Ben ik mijns broeders hoeder?'

Perspectief
D.J.Th. Wagener
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1984-8

Tijdens het eerste jaar van mijn opleiding stelde ik bij een patiënte de diagnose maagkanker. Van mijn chef de clinique kreeg ik de opdracht haar te vertellen dat het met het onderzoek meegevallen was, dat er sprake was van een maagzweer, een aandoening die goed door de huisarts was te behandelen en dat controle bij ons daarom niet meer nodig was. 's Middags bracht patiënte mij twee mandjes met aardbeien en zij vertelde mij dat zij zo gelukkig was, want zei ze: ‘Ik dacht dat ik kanker had.’ U kunt zich voorstellen dat die aardbeien wrang gesmaakt hebben.

Dit speelde zich 20 jaar geleden af. Het was onder artsen een geaccepteerde manier van handelen. Het weerspiegelt een arts-patiëntrelatie waarvan men nu schrikt. Een relatie gebaseerd op leugens om bestwil. En dat laatste, ‘om bestwil’, geeft onze kijk in die tijd op die relatie aan. Het was een sterk autoritaire, paternalistische…

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, afd. Medische Oncologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.D.J.Th.Wagener, internist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties