Clusterhoofdpijn: miskend, want onbekend

Klinische praktijk
J. Ridderikhoff
P.J. Koudstaal
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:313-5
Abstract

Dames en Heren,

Vrijwel dagelijks wordt de huisarts geconfronteerd met patiënten die klachten van hoofdpijn hebben. Naar schatting heeft driekwart van de Nederlanders regelmatig last van hoofdpijn; ongeveer 5 van hen bezoekt hiervoor de huisarts. Omdat de huisarts weet dat in ongeveer 90 van de gevallen de hoofdpijn na enige tijd spontaan zal verdwijnen, is zijn advisering veelal gericht op het geruststellen van de patiënt.

Er zijn vele oorzaken van hoofdpijn mogelijk, variërend van griep tot hersenaandoeningen. Het is van belang dat men alert blijft op het vaststellen van mogelijke onderliggende ziekten; sommige daarvan kunnen door de huisarts worden gediagnosticeerd. Aan de hand van 2 ziektegeschiedenissen willen wij aandacht vragen voor een weinig voorkomende, maar zeer pijnlijke en goed te behandelen hoofdpijnaandoening: clusterhoofdpijn.

Patiënt A is een jongeman van 29 jaar die ons consulteert wegens regelmatig terugkerende perioden van heftige hoofdpijn. Uit zijn wat onsamenhangende verhaal vol sombere toekomstperspectieven kan…

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit, Instituut voor Huisartsgeneeskunde, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Dr.J.Ridderikhoff, arts.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Neurologie, Rotterdam.

Prof.dr.P.J.Koudstaal, neuroloog.

Contact dr.J.Ridderikhoff

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Nijmegen, februari 1997,

Ridderikhoff en Koudstaal (1997;313-5) geven een duidelijke beschrijving van de diverse behandelingsmethoden voor clusterhoofdpijn. Deze methoden kunnen door de huisarts gebruikt worden voor het couperen van de pijnaanvallen en de profylactische behandeling van clusterhoofdpijn. Vaak laat clusterhoofdpijn zich met de genoemde methoden goed behandelen.

Wij willen erop wijzen dat in gevallen waarin deze therapie geen effect heeft, de mogelijkheid bestaat een blokkade van het ganglion pterygopalatinum uit te voeren. Dit ganglion is gelegen in de fossa pterygopalatina (achter de middelste nasale concha) onder de nervus maxillaris.

Om te beoordelen of een dergelijke blokkade zinvol is, wordt de patiënt verzocht zijn neus te druppelen met het lokaal anaestheticum bupivacaïne 5 mg/ml 4 druppels 4 dd in het neusgat aan de aangedane zijde. Indien de pijnklachten hierdoor tijdelijk afnemen, komt de patiënt in aanmerking voor een thermische behandeling van het ganglion pterygopalatinum. Hierbij wordt een naaldelektrode onder röntgendoorlichting ingebracht van lateraal onder het zygoma en doorgevoerd tot in de fossa pterygopalatina. Ter plaatse wordt thermisch een laesie gemaakt. Dit is een weinig belastende poliklinische ingreep, die onder sedatie plaatsvindt, met vaak een zeer goed effect op de pijnklachten van patiënt. Inmiddels bestaat er met deze behandeling een ruime ervaring.12

D.G. Snijdelaar
B.J.P. Crul
Literatuur
  1. Racz GB, Morton AB, Diede JH. Sphenopalatine ganglion block. In: Waldman SD, Winnie AP, editors. Interventional pain management. Philadelphia: Saunders, 1996:223-5.

  2. Boersma FP, Kleef M van, Rohof OJJM, Stolker RJ, Touw PPJ, Zuurmond WWA, redacteuren. Richtlijnen anesthesiologische pijnbestrijding. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, 1996:111-26.