Celbiologie in medisch perspectief. IV. De celkern en de werking van het genoom

Klinische praktijk
W.H. Lamers
J. James
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1951-6

De reeds verschenen artikelen uit deze serie zijn gepubliceerd op bl. 1626, 1627, 1725 en 1835.

Iv. 1. de architectuur van de kern

De celkern bevat, in een gecodeerde, overerfbare vorm, de structurele informatie voor alle in de cel aanwezige eiwitten. Deze informatie is vervat in het DNA (‘deoxyribonucleic acid’), een dubbelstrengs polymeer van 4 verschillende desoxyribonucleotiden, ook wel ‘basen’ genoemd, desoxy-adenosine, -cytosine, -guanine en -thymine (codes: dA, dC, dG en dT). Het totale DNA van een humane celkern is 3 miljard basen lang. Globaal geldt dat ieder eiwit correspondeert met een bepaald deel van het DNA: men zegt dat zo'n deel van het DNA (een gen) codeert voor dat eiwit. DNA kan door de cel niet rechtstreeks in eiwit vertaald worden, maar moet eerst gekopieerd worden als RNA (‘ribonucleic acid’), een polymeer van 4 verschillende ribonucleotiden (A, C, G en uracil (U); de laatste in plaats van thymine…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 15, 1105 AZ Amsterdam.

Laboratorium voor Anatomie en Embryologie: prof.dr.W.H.Lamers.

Laboratorium voor Celbiologie en Histologie: prof.dr.J.James.

Contact prof.dr.J.James

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties