Boerhaave en zijn syndroom

Perspectief
Jan van Gijn
Joost P. Gijselhart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5460
Abstract

Leven en werk van Herman Boerhaave (1668-1738) (figuur 1) laten zich nauwelijks samenvatten; de beschikbare biografieën doen hem meer recht.1,2 Wij beperken ons hier tot de noodzakelijkste feiten. Ook kunnen wij zo meer aandacht geven aan de naar hem vernoemde aandoening, in Boerhaaves eigen woorden ‘een akelige, niet eerder beschreven ziekte’. Hij wijdt er in 1724 een monografie aan die ruim 11.000 woorden telt.3-5 Op dat moment is hij op het toppunt van zijn roem. Hij heeft Leiden nooit verlaten, afgezien van een uitstapje naar Harderwijk om te promoveren (1693). In 1701 is hij lector in de geneeskunde, in 1709 hoogleraar in botanie en geneeskunde, in 1718 bovendien in de chemie. Door zijn didactische gaven en onderwijs aan het ziekbed trekt hij studenten uit heel Europa. Zijn leerboeken, al dan niet geautoriseerd, zijn vooral theoretisch van aard. De gepubliceerde ziektegeschiedenis is ook in dat opzicht uitzonderlijk.

Figuur 1

Het verhaal…

Auteursinformatie

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr. J. van Gijn, curator medisch-historische bibliotheek; drs. J.P. Gijselhart, cultuurfilosoof en bibliothecaris.

Contact prof.dr. J. van Gijn (jan@vangijn.com)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: J.P. Gijselhart heeft een deeltijdaanstelling bij de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Aanvaard op 15 november 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Jan van Gijn ICMJE-formulier
Joost P. Gijselhart ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Collega P.A. Nieuwmeyer uit Heiloo zent ons een bericht waarin hij er op wijst dat Jan Gerrit, Baron van Wassenaer (-1723) geen admiraal was, maar luitenant-admiraal. Dit laatste is de op een na hoogste rang bij de marine. De hoogste rang ('admiraal') was voorbehouden aan de stadhouder. Collega Nieuwmeyer had deze juiste rang vermeld in een ingezonden brief naar dit tijdschrift (Ned Tijdschr Geneeskd. 1989:133: 1613-5). In deze brief reageert hij op een kort tevoren verschenen artikel over het syndroom van Boerhaave, waarin hij de auteurs wijst op een persoonsverwisseling binnen de familie Van Wassenaer.

Jan van Gijn