Bloedgroepimmunisatie: resultaten van behandeling van foetale anemie met intra-uteriene intravasculaire bloedtransfusie in Nederland, 1987-1995

Onderzoek
I.L. van Kamp
F.J.C.M. Klumper
R.H. Meerman
A. Brand
J. Bennebroek Gravenhorst
H.H.H. Kanhai
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2527-31
Abstract

Samenvatting

Doel

Evaluatie van de behandeling van ernstige foetale anemie veroorzaakt door maternale bloedgroepimmunisatie met intravasculaire intra-uteriene bloedtransfusies.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Van alle vrouwen bij wie in de periode maart 1987-december 1995 een intravasculaire intra-uteriene bloedtransfusie werd verricht, werden door middel van statusonderzoek gegevens verkregen betreffende het verloop en de uitkomst van de zwangerschappen. De resultaten werden geanalyseerd in relatie tot de amenorroeduur bij het starten van de intra-uteriene behandeling. Onderscheid werd gemaakt tussen de foetussen met en zonder hydrops (lichte dan wel ernstige) bij de eerste intra-uteriene transfusie.

Resultaten

Bij 153 zwangerschappen kregen 155 foetussen 462 intra-uteriene transfusies (mediaan: 3; uitersten: 1-7). Bij 88 ging het om RhD-immunisatie; Kell- dan wel Rhc-immunisatie werd gevonden bij respectievelijk 7 en 5 van de foetussen. In de totale groep overleefde 83 van de kinderen de neonatale periode. Er werden geen significante verschillen gevonden in overleving tussen de kinderen bij wie de intra-uteriene behandeling vroeg (≤ 26 weken) of later in de zwangerschap (> 26 weken) was gestart. De overleving van de foetussen met hydrops bij de eerste transfusie was 73 en significant lager dan die van de niet-hydropische foetussen (90). Het verschil in overleving tussen licht en ernstig hydropische kinderen was eveneens significant, met percentages van respectievelijk 94 en 53.

Conclusie

Intravasculaire transfusie, uitgevoerd door een multidisciplinair team met ervaring, is een effectieve methode voor het behandelen van ernstige foetale anemie. In tegenstelling tot de zwangerschapsduur bij de eerste transfusie is het al of niet bestaan van ernstige hydrops foetalis een belangrijke factor voor de uiteindelijke overleving; het persisteren van hydrops, ondanks succesvolle transfusie(s), is de belangrijkste oorzaak voor de slechte prognose in deze groep. Het tijdig starten van een intra-uteriene behandeling is dan ook van groot belang.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Afd. Verloskunde: mw.I.L.van Kamp, F.J.C.M.Klumper, prof.dr.J. Bennebroek Gravenhorst en prof.dr.H.H.H.Kanhai, gynaecologen; R.H.Meerman, echografist.

Afd. Immunohematologie-Stichting Bloedbank Leidsenhage: mw.prof. dr.A.Brand, hematoloog.

Contact prof.dr.H.H.H.Kanhai

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties