Blaascarcinoom

Klinische praktijk
A.A.B. Lycklama à Nijeholt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1097-102

Dit caput selectum is gewijd aan blaascarcinoom. Naast een aantal langer bekende aspecten wordt vooral een aantal nieuwe aspecten belicht, zoals de intravesicale chemo- en immunotherapie en de parenterale chemotherapie.

Blaascarcinoom wordt vooral gezien boven de leeftijd van 50 jaar. De verhouding tussen de aantallen mannen en vrouwen onder de patiënten is 4:1. In Nederland overlijden per jaar circa 1000 mensen aan deze ziekte. Bij de man staat deze vorm van kanker zowel qua incidentie als qua mortaliteit op de 5e plaats (na long-, maag-, prostaat- en colonkanker).1

Roken is de belangrijkste risicofactor: bij rokers is de kans op het krijgen van deze ziekte circa 3 maal zo groot als bij niet-rokers. Wellicht kan 50 van de gevallen van blaascarcinoom worden toegeschreven aan roken. In vergelijking hiermee is de carcinogene bijdrage van blootstelling aan bepaalde stoffen (zoals aromatische aminen, bijvoorbeeld in de kleurstof- en rubberindustrie) en van fenacetinemisbruik ondergeschikt…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Urologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Dr.A.A.B.Lycklama à Nijeholt, uroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties