Bijspuitschema in de ban

Illustratie van een grote spuit waar een arts op staat met een notitieblok.
Abstract
Ellen M. Apperloo
Jeroen Hermanides
Titia M. Vriesendorp
Download PDF

Hyperglykemie bij opname geeft een risico op complicaties en sterfte. Toch is er weinig bewijs voor de gunstige effecten van strikte glucoseregulatie. Wat is het advies?

artikel

Ongeveer 40% van de patiënten heeft bij opname in het ziekenhuis een te hoge glucosewaarde.1 Het insulinebijspuitschema is waarschijnlijk de eerste receptregel die arts-assistenten in het ziekenhuis als favoriet opslaan (tabel). Het is een makkelijke afspraak om te maken en uit te voeren. Maar levert het gezondheidswinst op? Wij betogen dat er geen plaats is voor het bijspuitschema bij opgenomen patiënten. Ons advies: accepteer een milde hyperglykemie en behandel te hoge glucosewaarden met een basaal bolusschema.

Tabel
Omschrijving van de verschillende insulineschema’s
Tabel | Omschrijving van de verschillende insulineschema’s

Meerwaarde van strikte glucoseregulatie dubieus

Herhaaldelijk en in verschillende patiëntengroepen is vastgelegd dat hyperglykemie bij opname een onafhankelijke risicofactor is voor langere opnameduur en complicaties, zoals wondinfecties, longontstekingen en overlijden.2 In 2001 bleek uit een gerandomiseerde studie op een chirurgische Intensive Care (IC) dat strikte glucoseregulatie (streefwaarde 4,4-6,1 mmol/l) bij patiënten met totale parenterale voeding (TPV) de overleving verbeterde en complicaties verminderde vergeleken met conventionele behandeling.3 Een multicenteronderzoek en een daaropvolgende meta-analyse bevestigden dit echter niet.4 Daarbij toonden recente bevindingen uit Leuven geen voordeel van strikte glucoseregulatie bij patiënten zonder TPV.5

Ook voor verpleegafdelingen is er geen overtuigend bewijs voor de effectiviteit van strikte glucoseregulatie. Een grote meta-analyse toonde geen duidelijke meerwaarde, behoudens mogelijk minder infecties.6 Een andere meta-analyse vond bij streefwaarden < 8,3 mmol/l minder postoperatieve wondinfecties, maar meer hypoglykemie, zonder toename van ernstige complicaties.7 Belangrijk om te benadrukken is dat de studies in deze meta-analyses erg verschillen wat betreft glucosestreefwaarden, opnamereden, patiëntkenmerken en andere aspecten.

Binnenkort start in Nederland de GUIDE-studie, een multicenteronderzoek dat het gebruik van alleen kortwerkende insuline vergelijkt met een basaal bolusschema met als primaire uitkomstmaat postoperatieve wondinfecties.8

Wanneer hyperglykemie behandelen?

Het is mogelijk nuttig om ernstige hyperglykemie te behandelen, mits hypoglykemie kan worden voorkomen. De richtlijnen adviseren streefglucosewaarden van 5,6-10 mmol/l voor patiënten op een verpleegafdeling.9,10 Accepteer bij kwetsbare ouderen of bij patiënten met een hoog risico op hypoglykemie hogere glucosewaarden of probeer alleen nadelen op korte termijn van hyperglykemie, zoals dehydratie, te voorkomen.11 Bekende risicofactoren voor hypoglykemie zijn onder andere veranderingen in orale intake of corticosteroïddosering, slechte nierfunctie, sepsis, leeftijd > 65 jaar en dementie.12

Advies voor patiënten met diabetes mellitus

Ondanks dat richtlijnen al sinds 2005 tegen het bijspuitschema adviseren – vanwege het feit dat het minder effectief is dan vaste schema’s – blijft bijspuiten als enige behandeling voor hyperglykemie het meest voorgeschreven regime.13,14-16 Patiënten met alleen een bijspuitschema hebben echter drie keer vaker glucosewaarden van > 16,6 mmol/l.14 Bovendien is steeds meten en insuline toedienen onprettig voor de patiënt, en levert het vooral tijdens diensturen extra werk op voor zorgverleners.

Begin bij patiënten met diabetes mellitus of patiënten met aanhoudend hoge glucosewaarden met een basaal schema of een basaal bolusschema.17 De startdosering is 0,3-0,5 IE/kg/dag of 80-100% van de thuisdosering (figuur). Bij het basaal bolusschema geef je de helft van de insuline langwerkend, de andere helft kortwerkende insuline verdeel je over drie giften bij de maaltijd. Patiënten die braken of een verminderde intake hebben krijgen geen of minder maaltijdinsuline. Meet de glucosewaarden vier keer per dag, nuchter en vóór de maaltijden, en zo nodig extra.

Bij een goede glucoseregulatie reduceer je het aantal meet- en spuitmomenten. Evalueer een keer per dag de indicatie om een insulinebehandeling op te starten of aan te passen, zodat er in de diensturen minder over glucosemanagement gebeld wordt. Zorg hierbij voor een goede overdracht aan de volgende dienst en aan de huisarts bij ontslag uit het ziekenhuis.

Figuur
Adviesschema insulinegebruik
Figuur | Adviesschema insulinegebruik
Weergave van het advies voor patiënten met aanhoudend hoge glucosewaarden. Begin met een basaal toedieningsschema of een basaal bolusschema. De startdosering is 0,3-0,5 IE/kg/dag of 80-100% van de thuisdosering. Bij het basaal bolusschema geef je de helft van de insuline langwerkend, de andere helft kortwerkende insuline verdeel je over drie giften bij de maaltijd.

Bijspuiten bij hele hoge glucosewaarden?

Bedenk bij een hele hoge glucosewaarde eerst wat de onderliggende oorzaak kan zijn. Heeft een patiënt bijvoorbeeld een complicatie, zoals een infectie of bloeding? Begin bij aanhoudend hoge glucosewaarden met een basaal schema of basaal bolusschema. Bij alle patiënten met diabetes mellitus type 1 is een basaal bolusschema geïndiceerd. Bij patiënten die ondanks goede nuchtere waarden overdag hoge glucosewaarden houden, kan ook maaltijdinsuline worden gegeven. Hiermee zal de regulatie uiteindelijk beter zijn dan met een bijspuitschema.15–17

Advies voor diabetespatiënten zonder pre-existent insulinegebruik

Bij diabetespatiënten zonder pre-existent insulinegebruik adviseert de richtlijn een insulinebolus, een basaal toedieningsschema of een basaal bolusschema.9 Zodra het veilig is, kan eigen glucoseverlagende medicatie worden hervat. Zowel basale toediening als bolusinjectie van insuline kunnen weer gestaakt worden als de insulinebehoefte afneemt richting ontslag. Bij milde hyperglykemie kan er volgens de richtlijnen voor worden gekozen om DPP4-remmers voor te zetten, of zelfs tóch een bijspuitschema te hanteren.9,10

Wij verwachten echter dat patiënten met milde hyperglykemie (glucosewaarden < 10 mmol/l) geen meerwaarde hebben van strikte glucoseregulatie, en adviseren daarom milde hyperglykemie niet te behandelen. Afhankelijk van de HbA1c-streefwaarde van vóór de opname, kan insulinebehandeling zo nodig worden voortgezet na ontslag, eventueel in vereenvoudigde vorm of lagere dosering, of kan glucoseverlagende behandeling anderszins worden geoptimaliseerd.

Invloed sondevoeding en corticosteroïden

Sondevoeding en corticosteroïden kunnen leiden tot een sterke toename van insulinebehoefte. Patiënten die continu gevoed worden met sondevoeding kunnen goed met een basaal insulineschema worden behandeld, en bij intermitterende sondevoeding met een basaal bolusschema.9,10

In een cross-overstudie bij patiënten die chemotherapie en een corticosteroïd kregen, leidde poliklinische behandeling met een basaal bolusschema tot betere glucoseregulatie dan behandeling met een bijspuitschema.18 Bovendien verkoos 70% van deze patiënten het vaste schema boven het bijspuitschema.18

Volgens een Cochrane-analyse uit 2018 geeft een basaal schema wel een licht verhoogd risico op hypoglykemie vergeleken met het bijspuitschema.19 Dit werd vooral gezien in de Rabbit 2-studie uit 2011.14 In deze studie werd een groter contrast in glucosewaarden gevonden, en ook een daling in het aantal complicaties tijdens opname.

Is het bijspuitschema wel uit te bannen?

Met goede training is het bijspuitschema uit te bannen. In 2005 werd dit in een Amerikaans ziekenhuis onderzocht. Gedurende acht weken waren twee ‘house-officers’ verantwoordelijk voor de diabeteszorg, gesteund door een endocrinoloog met wie ze twee keer per dag evalueerden.20 Hierdoor had 80% van de patiënten een aangepast diabetesbeleid bij ontslag, waren er minder hyperglykemieën en een subgroep die 12 maanden gevolgd was, had een HbA1c-daling van 10,1 naar 8%, zonder toename van hypoglykemie.20 Uiteindelijk is het bijspuitschema in dat ziekenhuis volledig uitgebannen.

Tot slot

We adviseren om milde hyperglykemie te accepteren en hogere glucosewaarden te behandelen met een basaal schema of een basaal bolusschema. Deze schema’s vereisen meer inzicht in individuele omstandigheden en een vooruitziende blik. Geldt ons advies ook voor de eerste lijn? Mogelijk wel, maar dit vraagt een aparte bespreking. Niets wat we als zorgverleners niet aankunnen.

Literatuur
  1. Umpierrez GE, Isaacs SD, Bazargan N, You X, Thaler LM, Kitabchi AE. Hyperglycemia: an independent marker of in-hospital mortality in patients with undiagnosed diabetes. J Clin Endocrinol Metab. 2002;87(3):978-982. doi:10.1210/jcem.87.3.8341. Medline
  2. Barmanray RD, Kyi M, Worth LJ, et al. Hyperglycemia in hospital: an independent marker of infection, acute kidney injury & stroke for hospital inpatients. J Clin Endocrinol Metab. 2024;00:1-9. doi:10.1210/clinem/dgae051. Medline
  3. Berghe van den G, Wouters P, Weekers F, Verwaest C, Bruyninckx F, Schetz M, et al. Intensive insuline therapy in critically ill patients. N Engl J Med. 2001;345(19). doi:10.1056/NEJMoa0113. Medline
  4. Griesdale DEG, de Souza RJ, van Dam RM, et al. Intensive insulin therapy and mortality among critically ill patients: a meta-analysis including NICE-SUGAR study data. CMAJ. 2009;180(8):821-827. doi:10.1503/cmaj.090206. Medline
  5. Gunst J, Debaveye Y, Güiza F, et al; TGC-Fast Collaborators. Tight Blood-Glucose Control without Early Parenteral Nutrition in the ICU. N Engl J Med. 2023;389(13):1180-1190. doi:10.1056/NEJMoa2304855. Medline
  6. Murad MH, Coburn JA, Coto-Yglesias F, et al. Glycemic control in non-critically ill hospitalized patients: a systematic review and meta-analysis. J Clin Endocrinol Metab. 2012;97(1):49-58. doi:10.1210/jc.2011-2100. Medline
  7. De Vries FEE, Gans SL, Solomkin JS, Allegranzi B, Egger M, Dellinger EP, et al. Meta-analysis of lower perioperative blood glucose target levels for reduction of surgical-site infection. Vol. 104, British Journal of Surgery. John Wiley and Sons Ltd; 2017. p. e95–105. doi: 10.1002/bjs.10424. Medline
  8. ZonMw. Improvement of postoperative glucose control to lower surgical site infections 30 days after surgery in patients with diabetes mellitus type 2: a basal-bolus insulin regimen versus a sliding-scale regimen; The GUIDE trial.
  9. Korytkowski MT, Muniyappa R, Antinori-Lent K, et al. Management of Hyperglycemia in Hospitalized Adult Patients in Non-Critical Care Settings: An Endocrine Society Clinical Practice Guideline. J Clin Endocrinol Metab. 2022;107(8):2101-2128. doi:10.1210/clinem/dgac278. Medline
  10. ElSayed NA, Aleppo G, Bannuru RR, et al; American Diabetes Association Professional Practice Committee. 16. Diabetes Care in the Hospital: Standards of Care in Diabetes-2024. Diabetes Care. 2024;47(Suppl 1):S295-S306. doi:10.2337/dc24-S016. Medline
  11. ElSayed NA, Aleppo G, Bannuru RR, et al; American Diabetes Association Professional Practice Committee. 13. Older Adults: Standards of Care in Diabetes-2024. Diabetes Care. 2024;47(Suppl 1):S244-S257. doi:10.2337/dc24-S013. Medline
  12. Umpierrez G, Korytkowski M. Diabetic emergencies - ketoacidosis, hyperglycaemic hyperosmolar state and hypoglycaemia. Nat Rev Endocrinol. 2016;12(4):222-232. doi:10.1038/nrendo.2016.15. Medline
  13. Bain A, Hasan SS, Babar ZUD. Interventions to improve insulin prescribing practice for people with diabetes in hospital: a systematic review. Vol. 36, Diabetic Medicine. Blackwell Publishing Ltd; 2019. p. 948–60.
  14. Umpierrez GE, Smiley D, Zisman A, et al. Randomized study of basal-bolus insulin therapy in the inpatient management of patients with type 2 diabetes (RABBIT 2 trial). Diabetes Care. 2007;30(9):2181-2186. doi:10.2337/dc07-0295. Medline
  15. Hirsch IB. Sliding scale insulin—time to stop sliding. JAMA. 2009;301(2):213-214. doi:10.1001/jama.2008.943. Medline
  16. Umpierrez G, Maynard G. Glycemic chaos (not glycemic control) still the rule for inpatient care: how do we stop the insanity? J Hosp Med. 2006;1(3):141-144. doi:10.1002/jhm.101. Medline
  17. Clement S, Braithwaite SS, Magee MF, et al; American Diabetes Association Diabetes in Hospitals Writing Committee. Management of diabetes and hyperglycemia in hospitals. Diabetes Care. 2004;27(2):553-591. doi:10.2337/diacare.27.2.553. Medline
  18. Gerards MC, de Maar JS, Steenbruggen TG, Hoekstra JB, Vriesendorp TM, Gerdes VE. Add-on treatment with intermediate-acting insulin versus sliding-scale insulin for patients with type 2 diabetes or insulin resistance during cyclic glucocorticoid-containing antineoplastic chemotherapy: a randomized crossover study. Diabetes Obes Metab. 2016;18(10):1041-1044. doi:10.1111/dom.12694. Medline
  19. Colunga-Lozano LE, Gonzalez Torres FJ, Delgado-Figueroa N, et al. Sliding scale insulin for non-critically ill hospitalised adults with diabetes mellitus. Cochrane Database Syst Rev. 2018;11(11):CD011296. doi:10.1002/14651858.CD011296.pub2. Medline.
  20. Baldwin D, Villanueva G, McNutt R, Bhatnagar S. Eliminating inpatient sliding-scale insulin: a reeducation project with medical house staff. Diabetes Care. 2005;28(5):1008-1011. doi:10.2337/diacare.28.5.1008. Medline
Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Interne Geneeskunde, Groningen: drs. E.M. Apperloo, aios interne geneeskunde.Amsterdam Universitair Medisch Centrum, afd. Anesthesiologie, Amsterdam: prof. dr. J. Hermanides, anesthesioloog.Isala, afd. Interne Geneeskunde, Meppel/Zwolle: dr. T.M. Vriesendorp, internist-endocrinoloog.

Contact E.M. Apperloo (e.m.apperloo@umcg.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Ellen M. Apperloo ICMJE-formulier
Jeroen Hermanides ICMJE-formulier
Titia M. Vriesendorp ICMJE-formulier
Dit artikel wordt besproken in#47 Duurzaamheid als pijler
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In het artikel wordt compleet voorbijgegaan aan het feit dat veel patienten tegenwoordig een glucosesensor hebben.
Daarnaast is het eenmalig gebruik van een sensor (14 dagen metend) aan te bevelen.
Het is dan mogelijk continue glucosemetingen te verrichten zonder tussenkomst van de verpleging. Geen vingerprikken, en hoog- en laaggrenzen kunnen worden ingesteld, leidend tot een automatisch alarm.

Daarnaast lijkt het artikel niet heel veel meer te zeggen dan dat een, met een juiste combinatie van lange- en kortwerkende insuline, goed ingestelde diabeticus, amper extra diabetes-aandacht behoeft in de kliniek, behoudens veranderde omstandigheden, zoals bepaald medicijngebruik, (de-)hydratie en een veranderd activiteitspatroon.

S. Geertsen