Bepaling van spectrine in erytrocyten: een belangrijk hulpmiddel bij de diagnostiek van hereditaire sferocytose

Onderzoek
R. van Zwieten
B.G.J.M. Bolscher
A.Y.N. Schouten-van Meeteren
J.J.M.L. Hoffmann
D. Roos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2256-61
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van spectrine in erytrocyten als hulpmiddel bij de diagnostiek van hereditaire sferocytose (HS).

Opzet

Validatie van diagnostische test.

Plaats

Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis te Amsterdam.

Methode

Met behulp van een radioactief gemerkt konijne-antiserum tegen humaan spectrine werd het spectrinegehalte gemeten in erytrocyten van 64 patiënten bij wie HS werd vermoed omdat zij een aangeboren, soms familiaire anemie en een verlaagde osmotische resistentie van de erytrocyten hadden. Dit gehalte werd vergeleken met dat van 12 patiënten met verlaagde osmotische resistentie en een niet-gekarakteriseerde hemolytische anemie, 16 patiënten met verschillende erytrocytaire enzymafwijkingen of hemoglobinopathieën en 30 gezonde bloeddonors.

Resultaten

De intra- en interdonorvariatie van het gehalte erytrocytair spectrine bij gezonde bloeddonors bedroeg minder dan 7. Bij 56 van de 64 patiënten bij wie HS vermoed werd (88), werd een spectrinegehalte lager dan 86 van de normale waarde gevonden. Bij 4 van de 12 patiënten met ongekarakteriseerde hemolytische anemie (33) werd dit eveneens gevonden. Bij geen van de patiënten met andersoortige erytrocytaire afwijkingen werd een verlaging van het spectrinegehalte gevonden.

Conclusie

De radio-immunologische bepaling van het spectrinegehalte in erytrocyten was specifieker voor het vaststellen van HS dan de osmotische resistentiemeting van de erytrocyten. Het normale spectrinegehalte bij 8 van de 64 patiënten bij wie HS vermoed werd, kan samenhangen met een zeldzame oorzaak van HS die niet gepaard gaat met verlaging van spectrine, maar ook kan het zijn dat deze patiënten geen HS hadden.

Auteursinformatie

Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis, Postbus 9190, 1006 AD Amsterdam.

R.van Zwieten, laboratoriumassistent; dr.B.G.J.M.Bolscher en prof.dr. D.Roos, biochemici.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Kindergeneeskunde, Amsterdam.

Mw.A.Y.N.Schouten-van Meeteren, kinderarts.

Catharina Ziekenhuis, Algemeen Klinisch Laboratorium, Eindhoven.

Dr.J.J.M.L.Hoffmann, klinisch chemicus.

Contact prof.dr.D.Roos

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties