Bepaling van schildklierhormoon (T3 en T4) in de urine: een weinig betrouwbare test voor de diagnose 'hypothyreoïdie'

Klinische praktijk
W.M. Wiersinga
E. Fliers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2813-5
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 2816 en 2838.

Dames en Heren,

De laatste jaren zien wij op de polikliniek met enige regelmaat patiënten die behandeld worden voor hypothyreoïdie, maar bij wie het tekort aan schildklierhormoon uitsluitend is vastgesteld op grond van een verminderde uitscheiding van levothyroxine (T4) of liothyronine (T3) in de 24-uursurine. Op zich is het geen slecht idee om de hormoonuitscheiding in de 24-uursurine als diagnosticum te gebruiken. Het geeft een indruk van de blootstelling van weefsels aan de niet aan eiwit gebonden, zogenaamde vrijehormoonfractie in het bloed, doordat de nieren als een ultrafilter alleen het vrije schildklierhormoon doorlaten en niet het aan eiwit gebonden hormoon. Volgens de vrijehormoonhypothese is de biologisch relevante hormoonfractie in serum juist het vrije hormoon, omdat alleen deze fractie beschikbaar is voor opname in de weefsels. Bepaling van T4 en T3 in de 24-uursurine zou…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Inwendige Geneeskunde, onderafd. Endocrinologie en Metabolisme, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Hr.prof.dr.W.M.Wiersinga en hr.prof.dr.E.Fliers, internisten-endocrinologen.

Contact hr.prof.dr.E.Fliers (e.fliers@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties