Benigne paroxismale positieduizeligheid

Klinische praktijk
J.P.L. van der Plas
C.C. Tijssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2669-74
Abstract

Samenvatting

- Benigne paroxismale positieduizeligheid is een veelvoorkomende stoornis van het labyrint, meestal van het achterste halfcirkelvormig kanaal, die berust op een klontering in de endolymfe.

- De aanvallen van draaiduizeligheid worden gekenmerkt door houdingsafhankelijkheid, latentietijd na positionering van het hoofd, korte duur, nystagmus, omkeerbaarheid en uitputbaarheid.

- Voor het stellen van de diagnose zijn de anamnese, het lichamelijk onderzoek en met name de kiepproef van Dix-Hallpike voldoende en is in principe geen aanvullend onderzoek nodig.

- De verschijnselen nemen vaak spontaan af. Door stapsgewijze kanteling kan bij de helft van de patiënten het beeld direct genezen, waarschijnlijk door verplaatsing van de klontering uit het halfcirkelvormig kanaal naar de utriculus. Met specifieke houdingsoefeningen wordt vaak ook een goed resultaat bereikt, zij het minder snel.

- Er is bij de behandeling geen plaats voor medicamenteuze therapie.

Auteursinformatie

St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 90151, 5000 LC Tilburg.

J.P.L.van der Plas, assistent-geneeskundige; dr.C.C.Tijssen, neuroloog.

Contact dr.C.C.Tijssen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

I.
Dehaene Brugge,

België, december 1998,

De tekst van Van der Plas en Tijssen betreffende benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD) vermeldt slechts terloops het bestaan van een BPPD van het horizontale semi-circulaire kanaal (1998:2669-74). Dit laatste is waarschijnlijk minder zeldzaam dan gesteld wordt, het gaat gepaard met een vrijtypisch syndroom dat zich duidelijk onderscheidt van het posterieurkanaaltype en heeft eigen pathofysiologische kenmerken.1 Men onderscheidt een vorm waarin de snelle fase van de nystagmus naar de grond (geotroop) gericht is en een vorm waarin de nystagmus van de grond weg (apogeotroop) slaat.2 Deze vormen vereisen specifieke therapeutische manoeuvres.3 4 Sporadisch wordt ook een BPPD van het voorste semi-circulaire kanaal beschreven.5

Bij het stellen van de diagnose ‘BPPD’ moet op basis van een nauwkeurige klinische beschrijving gespecificeerd worden welk kanaal de symptomen veroorzaakt. Dit is belangrijk voor de keuze van de therapie; een Epley-manoeuvre voor canalolithiasis van het posterieure kanaal kan trouwens een lithiasis van een ander kanaal uitlokken.5

I. Dehaene Brugge,
Literatuur
  1. De la Meilleure G, Dehaene I, Depondt M, Damman W, Crevits L, Vanhooren G. Benign paroxysmal positional vertigo of the horizontal canal. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1996;60:68-71.

  2. Nuti D, Vannucchi P, Pagnini P. Benign paroxysmal positional vertigo of the horizontal canal: a form of canalolithiasis with variable clinical features. J Vestib Res 1996;6:173-84.

  3. Waespe W. Der gutartige Lagerungsschwindel und -nystagmus des horizontalen Bogenganges. Schweiz Med Wochenschr 1997;127:287-95.

  4. Vannucchi P, Giannoni B, Pagnini P. Treatment of horizontal semicircular canal benign paroxysmal positional vertigo. J Vestib Res 1997;7:1-6.

  5. Herdman SJ, Tusa RJ. Complications of the canalith repositioning procedure. Arch Otolaryngol Head Neck Surg 1996;122:281-6.

J.P.L.
van der Plas

Tilburg, januari 1999,

In het mede door Dehaene verrichte retrospectieve onderzoek van patiënten met BPPD was de relatieve incidentie van BPPD van het horizontale halfcirkelvormige kanaal 22%. Vergelijkbare onderzoeken zijn ons niet bekend. De frequentie van dit type BPPD is in ieder geval veel lager dan die van BPPD van het posterieure halfcirkelvormige kanaal. Verschillende behandelmethoden met stapsgewijze rotatie van een liggende patiënt om zijn axiale as zijn beschreven. In ons artikel hebben wij hier niet over uitgeweid, om de complexiteit van de bespreking te beperken. Als men denkt aan een BPPD van het posterieure halfcirkelvormige kanaal, moet bij een niet passende nystagmus of bij falen van de gebruikelijke kantelmanoeuvres eventueel wel het andere BPPD-type overwogen worden.

J.P.L. van der Plas
C.C. Tijssen