Jan Slauerhoff (1898-1936)

Ben ik traag omdat ik droef ben

Arko Oderwald
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:B820

artikel

Jan Slauerhoff, geboren in 1898, verhuisde in 1916 van Leeuwarden naar Amsterdam voor zijn studie geneeskunde. Hij studeerde samen met Simon Vestdijk, die hij ook kende vanwege hun literaire ambities. Vestdijk studeerde wat trager, zodat Slauerhoff al 4jaar als arts werkte toen Vestdijk afstudeerde. Anders dan Vestdijk bleef Slauerhoff tot op het laatst van zijn leven werkzaam als dokter. ‘Mijn vak is medicus, dat ik bijhouden moet al oefen ik ’t niet altijd uit. De luxe schrijver, nog wel prozaschrijver van romans, te zijn, kan ik mij niet veroorloven! Ik kan niet kalm op een villa gaan zitten schrijven. Ik geloof dat ik genoeg kunst gegeven heb tot schade voor mijzelf.’ Slauerhoff schreef dit in 1933, 3 jaar voor zijn dood. Hij leed als kind al aan astma, en later kwamen daar tbc, maagproblemen en malaria bij. Dat leidde niet altijd tot een optimistische kijk op het leven, zoals bijvoorbeeld in het nagelaten gedicht In memoriam mijzelf: ‘Door vijanden omringd,/Door vrienden in den nood,/geschuwd als aas dat stinkt,/Houd ik mij lachend groot,/Al is mijn ziel verminkt,/Mijn lijf voor driekwart dood.

Om zijn inkomen wat op te krikken vertaalde hij daarnaast literatuur uit het Spaans, Portugees en Frans. Een van die boeken was Dokter hoe is het mogelijk uit 1914 van Ramón Gómez de la Serna. De la Serna was een voorloper van de surrealisten en schreef komische stukjes, zogenoemde ‘greguerías’. In het voorwoord van het boek vol met medische greguerías schrijft Slauerhoff dat De la Serna iets beschrijft dat de artsen van nu – 1932 – ook onderschrijven: ‘Het genezen moet de hoofdzaak blijven van de beoefenaar der geneeskunde. Juist door de snelle voortuitgang van de wetenschap, doordat men meer inzicht kreeg in de ziekteprocessen, lette men meer en meer op die processen, minder op den patiënt en het heele organisme dat er aan leed.’ Het is toch opvallend dat sommige verzuchtingen in de geneeskunde telkens weer terugkomen en elke keer weer beleefd worden als modern en nieuw.

Slauerhoff was ook prozaschrijver, maar is toch voornamelijk bekend als een van Nederlands grootste dichters van de 20e eeuw. Door zijn werk als scheepsarts bracht hij ook allerlei exotische elementen in de Nederlandse letterkunde, bijvoorbeeld zijn Chinese en Portugese gedichten. Vooral de droefheid en melancholie die wordt weergegeven met het Portugese woord ‘saudade’ – Portugees voor melancholie en onbestemd verlangen, komt tot uiting in de fado –, paste goed bij Slauerhoffs levensgevoel. Dat heeft geleid tot een prachtig project, waarin 9 gedichten uit zijn bundel Soleares zijn vertaald in het Portugees en op muziek zijn gezet door de vaste begeleider van Cristina Branco. Op de cd Cristina Branco canta Slauerhoff staat het gedicht Fado, waarvan hier een gedeelte: ‘Ben ik traag omdat ik droef ben,/Alles vergeefsch vind en veil,/ Op de aarde geen hoogre behoefte ken/Dan wat schaduw onder een zonnezeil? Of ben ik droef omdat ik traag ben,/Nooit de wijde wereld inga,/Alleen Lisboa van bij de Taag ken/En ook daar voor niemand besta.

Ook interessant

Reacties