Beleid bij acute hepatitis C en bij prikaccidenten met hepatitis-C-viruspositief bloed

- Acute hepatitis C is rarely diagnosed, in part because of its usually subclinical course.

- Infection with the hepatitis C virus (HCV) has a high chronicity rate, 70-90.

- The risk of infection after a needlestick accident with HCV positive blood is 3-10.

- There are no efficacious preventive measures regarding HCV infection but treatment with the antiviral drug interferon alpha during the acute phase of the disease has shown to significantly reduce the risk of subsequent chronic infection.

- It is advised to evaluate individuals who were exposed to infected blood by a needlestick accident regarding HCV transmission, and to offer interferon treatment to them in case they become HCV positive, as demonstrated with a positive serum HCV-RNA test.

Samenvatting

- Hepatitis C wordt zelden in de acute fase gediagnosticeerd, mede vanwege het meestal subklinische verloop.

- Spontaan chronisch verloop van een hepatitis-C-virus(HCV)-infectie komt zeer vaak voor: in 70-90 van de gevallen.

- Het risico op infectie bij een prikaccident met HCV-positief bloed bedraagt 3-10.

- Er zijn geen werkzame specifieke preventieve maatregelen tegen HCV-infectie te nemen, maar antivirale behandeling met interferon alfa tijdens de acute fase van hepatitis C verlaagt het risico op een chronisch verloop van de infectie.

- Geadviseerd wordt personen na een prikaccident gedurende circa 6 maanden regelmatig te onderzoeken op HCV-transmissie, en behandeling met interferon tijdens de acute fase van hepatitis in te stellen wanneer zij HCV-positief worden, hetgeen blijkt uit een positieve HCV-RNA-uitslag van het serum.