Behandeling van spontane pneumothorax: enquête onder Nederlandse longartsen

Onderzoek
J.P. Janssen
M.A. Cuesta
P.E. Postmus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:661-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Inzicht te verkrijgen in de toepassing van de verschillende vormen van behandeling van spontane pneumothorax in Nederland.

Opzet

Inventarisatie door enquête.

Plaats

Landelijk.

Methode

Alle 268 praktizerende Nederlandse longartsen kregen een enquêteformulier toegezonden in november 1992. Bij de bewerking van de gegevens werd uitgegaan van de antwoorden per praktijk. Als grote praktijken werden beschouwd: academische ziekenhuizen, niet-academische ziekenhuizen met opleidingsbevoegdheid voor longziekten en tuberculose en ziekenhuizen waarin ten minste 4 longartsen werkzaam waren. De overige praktijken werden als klein beschouwd.

Resultaten

De respons was 89 van alle praktizerende longartsen. Een eerste spontane pneumothorax werd in kleine praktijken meestal behandeld met thoraxdrainage, in de grote praktijken wordt vaak thoracoscopie verricht. Deze techniek wordt gebruikt als uitbreiding van de diagnostiek om te beslissen welke therapie zal worden toegepast. Bij een recidief werd in beide praktijken meestal thoracoscopie verricht. De plaats van interventie-thoracoscopie en chirurgie bij de behandeling van de spontane pneumothorax stond niet vast.

Conclusie

Net als in de rest van de wereld, blijkt er ook in Nederland weinig consensus te bestaan over de behandeling van de spontane pneumothorax. Gerandomiseerd onderzoek met kosten-batenanalyse is nodig.

Auteursinformatie

Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Longziekten, Nijmegen.

J.P.Janssen, longarts.

Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Longziekten, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Dr.M.A.Cuesta, chirurg; prof.dr.P.E.Postmus, longarts.

Contact prof.dr.P.E.Postmus

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties