Behandeling van patiënten met trofoblasttumoren in het Academisch Medisch Centrum: 31 patiënten in 10 jaar, 1983-1992

Onderzoek
R. Laan
P. Bakker
F.B. Lammes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1829-34
Abstract

Samenvatting

Doel

Evaluatie van de behandeling van patiënten met een trofoblasttumor.

Plaats

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Opzet. Descriptief. Methode. Van alle patiënten die in de periode 1983-1992 werden behandeld werden retrospectief de gegevens verzameld.

Resultaten

Er werden 31 patiënten behandeld: 18 met een persisterende trofoblast na een molazwangerschap, 7 met een choriocarcinoom na een zwangerschap à terme en 6 bij wie de obstetrische voorgeschiedenis niet duidelijk was. Op grond van prognostische factoren werd monochemotherapie (methotrexaat) als initiële behandeling gekozen bij laag risico en polychemotherapie (EMACO: etoposide, methotrexaat, dactinomycine, cyclofosfamide, vincristine) bij hoog risico. In totaal hadden 15 patiënten aanvullende behandeling nodig. Uiteindelijk kwamen 29 patiënten in remissie, 2 patiënten overleden. De bijwerkingen van de gegeven therapie waren over het algemeen mild.

Conclusie

De beschreven gevallen illustreren de grilligheid van de trofoblasttumor en tonen de valkuilen in diagnostiek en behandeling. Een gecentraliseerde behandeling is voor de groep patiënten met deze zeldzame tumor het best.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Gynaecologie en Verloskunde: mw.R.Laan, assistent-geneeskundige (thans: Medisch Centrum, afd. Gynaecologie, Alkmaar); prof.dr.

F.B.Lammes, gynaecoloog.

Afd. Interne Geneeskunde: dr.P.Bakker, internist.

Contact mw.R.Laan

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties