Barrett-oesofagus en Barrett-carcinoom

Klinische praktijk
Ph.M. Kruyt
J.W. van Sandick
J.J.B. van Lanschot
G.J.A. Offerhaus
G.N.J. Tytgat
H. Obertop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:869-73
Abstract

Samenvatting

– De incidentie van het Barrett-carcinoom is de laatste 20 jaar bijna verzesvoudigd.

– Barrett-oesofagus wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van metaplastisch cilinderepitheel in de slokdarm in continuïteit met het maagslijmvlies. Het wordt beschouwd als een verworven afwijking, die ontstaat onder invloed van chronische (duodeno)gastro-oesofageale reflux.

– Vooral het intestinale type cilinderepitheel geeft een sterk verhoogd risico voor maligne ontaarding.

– Het is raadzaam patiënten met een Barrett-oesofagus regelmatig endoscopisch te controleren, waarbij uitgebreid weefselbiopten dienen te worden genomen.

– De aanwezigheid van Barrett-epitheel zonder dysplasie of met slechts matige dysplasie vormt op zichzelf geen indicatie voor een aanvullende behandeling.

– Ernstige dysplasie vormt een indicatie voor een profylactische resectie. Operatieve therapie is de eerste keus bij de in opzet curatieve behandeling van het Barrett-carcinoom.

Auteursinformatie

Universiteit van AmsterdamAcademisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1055 AZ Amsterdam.

Afd. Chirurgie: Ph.M.Kruyt, dr.J.J.B.van Lanschot en prof.dr.H.Obertop, chirurgen; J.W.van Sandick, assistent-geneeskundige.

Afd. Pathologie: prof.dr.G.J.A.Offerhaus, patholoog.

Afd. Gastro-enterologie: prof.dr.G.N.J.Tytgat, gastro-enteroloog.

Contact Ph.M.Kruyt

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties