Atriumfibrilleren: een groeiend klinisch probleem

Opinie
Eric Wever
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2478
Abstract

Met de eerste herziening van de NHG-standaard ‘Atriumfibrilleren’ worden de richtlijnen voor de diagnostiek en het beleid bij atriumfibrilleren (AF) geactualiseerd.1 De aanpassingen zijn gebaseerd op de geldende cardiologische classificaties en aanbevelingen.

AF is de meest voorkomende aanhoudende ritmestoornis en is vaak voor patiënten en de behandelend arts een last, een zwart kruis. De prevalentie- en incidentiecijfers tonen dat het aantal patiënten met AF aanzienlijk is.2,3 Deze getallen zijn waarschijnlijk nog een onderschatting.1 De medicus zal in de dagelijkse praktijk bij een verouderende populatie steeds meer patiënten met AF zien.

AF geeft vaak belangrijke klachten, maar kan ook optreden zonder symptomen. Patiënten kunnen op het ene moment veel klachten hebben, en op andere momenten klachtenvrij zijn.1 Daarom moet de conclusie dat AF van korte duur is, voorzichtig worden gehanteerd. AF kan optreden bij het brady-tachycardiesyndroom, waarbij pacemakerimplantatie geïndiceerd kan zijn. Auscultatie en palpatie van de…

Auteursinformatie

St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein.

Contact Dr. E.F.D. Wever: cardioloog (e.wever@antonius.net)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 4 juli 2010

Samenvatting van de standaard ‘Atriumfibrilleren’ (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties