Aspecifieke schouderklachten: geen effectiviteit van de gangbare behandelingen; literatuurstudie

To assess the efficacy of current interventions for shoulder complaints in adults.

Design

Systematic literature review.

Method

Medline and the Cochrane Library were searched for systematic reviews and randomised studies on the efficacy of interventions for shoulder complaints in adults. Studies of patients with an identifiable cause of shoulder symptoms or an underlying disease were excluded. Studies evaluating pain, function and duration of symptoms were included.

Results

Of the 111 randomised clinical trials found, only a few (19) focused on aspecific shoulder complaints; the remainder involved poorly defined subgroups. 11 useful studies were identified. There was little or no evidence to support or refute the efficacy of NSAIDs, exercise therapy, manipulative therapy, corticosteroid injection and acupuncture in comparison to placebo for the treatment of shoulder complaints. Moderate evidence was found to support the efficacy of NSAIDs, exercise therapy, manipulative therapy, corticosteroid injection and acupuncture in head-to-head comparisons with one another. These effects were not clinically relevant. The effect of adjuvant ultrasound therapy was comparable to that of placebo.

Conclusion

The available evidence indicates that the efficacy of interventions commonly used in the Netherlands for shoulder complaints is low, and the positive evidence available suggests a clinically irrelevant effect.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2892-7

Samenvatting

Doel

Evalueren van de effectiviteit van de gangbare interventies voor schouderklachten bij volwassenen.

Opzet

Systematische literatuurstudie.

Methode

Medline en de Cochrane Library werden doorzocht op systematische reviews en gerandomiseerde studies naar het effect van interventies voor schouderklachten bij volwassenen. Exclusiecriteria waren een aanwijsbare oorzaak of onderliggend lijden. Geïncludeerd werden onderzoeken met de volgende uitkomstmaten: pijn, functie en klachtenduur.

Resultaten

Van de 111 gevonden gerandomiseerde klinische studies handelde slechts een gering aantal (19) over aspecifieke schouderklachten; de overige studies betroffen niet eenduidig gedefinieerde subgroepen. Er werden 11 bruikbare studies gevonden. Er was geen of hooguit beperkt bewijs voor de effectiviteit van NSAID’s, oefentherapie, manuele therapie, corticosteroïdinjectie en acupunctuur in vergelijking met placebo bij de behandeling van schouderklachten. Er was matig bewijs voor verschil in effect tussen de behandelingen onderling. De gevonden effecten waren klinisch niet relevant. Er was geen verschil in effect tussen adjuvante ultrageluidstherapie en placebo.

Conclusie

De effectiviteit van veelgebruikte interventies bij schouderklachten in Nederland was in de literatuur gering en als er al bewijs was, was het effect niet klinisch relevant.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2892-7