Antihistaminica (H1-receptorblokkerende middelen)

C.P.H. van Dijke
G. Nierop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:1971-4

Inleiding

Histamine komt in de meeste organen van het lichaam voor, vooral in de granula van mestcellen (door Ehrlich zo genoemd wegens hun ‘vetgemest’ uiterlijk onder de microscoop). Tevens bevindt het zich in basofiele granulocyten en in bepaalde neuronen van het centrale zenuwstelsel. De rol van histamine bij de maagzuursecretie is bekend en in de hersenen speelt het mogelijk een rol bij de waakzaamheid,1 maar voor het overige is de fysiologische betekenis nog niet goed opgehelderd.2 Wel is duidelijk dat het vrijkomen van histamine tot velerlei onaangename verschijnselen kan leiden.

Histamine kan op verschillende manieren uit de mestcellen…

Auteursinformatie

Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen, Hoofdinspectie van de Volksgezondheid voor de Geneesmiddelen, Postbus 439, 2260 AK Leidschendam.

Academisch Ziekenhuis, afd. Longziekten, Leiden.

G.Nierop, allergologe.

Contact Dr.C.P.H.van Dijke

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties