Anti-emetica

P.H.M. de Mulder
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1107-11

Inleiding

Misselijkheid en (of) braken is een vaak voorkomende klacht of symptoom zowel in de eerstelijns- als in de intramurale geneeskunde. Het komt om diverse redenen voor: bij reis- of bewegingsziekten, organische en functionele afwijkingen van het spijsverteringsstelsel, verhoogde hersendruk, metabole stoornissen, en ze kunnen een iatrogene of psychogene genese hebben. Kennis van de pathofysiologische mechanismen maakt een meer rationele anti-emetische behandeling mogelijk. Het accent kan daarbij liggen op het gericht verhelpen van de directe oorzaak, bijvoorbeeld een gastro-intestinale obstructie, of op het onderbreken van de fysiologische keten die de misselijkheid en het braken tot stand brengt.

Fysiologie van het

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, Kliniek Inwendige Ziekten, afd. Medische Oncologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.P.H.M.de Mulder, internist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Goirle, oktober 1987,

In het artikel van De Mulder wordt op bl. 1108 met betrekking tot domperidon opgemerkt dat dit geneesmiddel minder in de hersenen zou penetreren en daardoor minder extrapiramidale stoornissen geeft (1987;1107-11). Het woord ‘zou’ drukt een onzekerheid uit, c.q. sluit penetratie niet uit. Wij willen hier wat dieper op ingaan. Wat is namelijk het geval: Domperidon dringt in vergelijking met andere dopamine-antagonisten niet in de hersenen door. Toch is het daartoe onder bijzondere omstandigheden wel in staat. Effecten die berusten op een blokkade van centrale dopaminereceptoren door domperidon kunnen dan ook waargenomen worden als er bijvoorbeeld zeer hoge doses gebruikt worden, of wanneer de bloed-hersenbarrière niet intact is. Zo zijn oculogyrische crises en andere extrapiramidale verschijnselen na orale inname van domperidon waargenomen bij jonge kinderen.1-4 Bij kinderen jonger dan 12 maanden moet men bedacht zijn op centrale effecten van domperidon, daar de bloed-hersenbarrière zich bij deze kinderen nog onvoldoende heeft gevormd. Bij kinderen ouder dan 12 maanden worden doorgaans geen centrale nevenwerkingen gezien en domperidon kan vanaf die leeftijd dan ook veilig worden gebruikt.56

Extrapiramidale verschijnselen na gebruik van domperidon worden vrijwel nooit gezien bij oudere kinderen en volwassenen. In de enkele gevallen die men heeft waargenomen, speelt een mogelijke beschadiging van de bloed-hersenbarrière een rol.78 Wel zijn extrapiramidale verschijnselen waargenomen wanneer domperidon werd gebruikt ter voorkoming van de perifere nevenwerkingen van dopaminerge farmaca, zoals levodopa en bromocriptine bij de behandeling van de ziekte van Parkinson.9 Hier was de gebruikte dosering van domperidon evenwel erg hoog (3 x 40 mg daags) en bovendien blijft het twijfelachtig of de waargenomen verschijnselen te wijten waren aan domperidon en niet aan de ziekte van Parkinson.1011

DR.IR. P.J.M. Reijnders
Literatuur
  1. Franckx J, Noel P. Acute extrapyramidal dysfunction after domperidone administration. Report of a case. Helv Paediatr Acta 1984; 39: 285-8.

  2. Biasini A, Alberti A. Extrapyramidal dysfunction after domperidone. Helv Paediatr Acta 1985; 40: 93-4.

  3. Shafrir Y, Levy Y, Ben-Amitai D, Nitzan M, Steinherz R. Oculogyric crisis due to domperidone therapy. Helv Paediatr Acta 1985; 40: 95.

  4. Steinherz R, Levy Y, Ban-Amiti D, Shafrir Y, Nitzan M. Extrapyramidal reactions to domperidone. J Pediatr 1986; 4: 630-1.

  5. Kofoed PE, Kamper J. Extrapyramidal reactions to domperidone. J Pediatr 1986; 4: 630-1.

  6. Grill BB, Hillemeier AC, Semeraro LA, Gryboski JD, McCallum RW. Efficacy of domperidone in the treatment of gastroesophageal reflux in infancy. J Pediatr 1986; 4: 631.

  7. Caskels-Van Daele M, Dobosz-Cyklis R, Casseye W van de, Verbeeck P, Wijndaele L. Refusal of further cancer chemotherapy due to antiemetic drug. Lancet 1984; i: 57.

  8. Madej TH. Domperidone; an acute dystonic reaction. Anaesthesia 1985; 2: 202.

  9. Leeser J, Bateman DN. Domperidone. Br Med J 1985; 290: 241-2.

  10. Lake-Bakaar G, Cameron HA. Domperidone. Br Med J 1985; 290: 241-2.

  11. Critchley P, Langdon N, Parkes JD, Quinn NP, Shindler JS, Marsden CD. Domperidone. Br Med J 1985; 290: 788.

P.H.M.
de Mulder

Nijmegen, oktober 1987,

De aanvulling van Reijnders betreffende het voorkomen van extrapiramidale stoornissen na domperidongebruik kan ik volledig onderschrijven. Het gebruik van het woordje ‘zou’ was dan ook gebaseerd op het sporadisch in de literatuur gemelde optreden van extrapiramidale stoornissen na domperidongebruik.

De van redactiewege terecht gevraagde beknoptheid maken een uitgebreide bespreking van de in het betreffende artikel genoemde middelen niet mogelijk.

P.H.M. de Mulder