Allergische sensibilisatie en verspreiding van planten en pollen

Ambrosia in Nederland

Onderzoek
Letty A. de Weger
Abraham C. van der Linden
Ingrid Terreehorst
Wout J. van der Slikke
Arnold J.H. van Vliet
Pieter S. Hiemstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B340
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan in hoeverre Nederlandse patiënten gesensibiliseerd zijn voor ambrosia en de huidige verspreiding van ambrosiaplanten en pollen in Nederland in kaart brengen.

Opzet

Beschrijvend.

Methode

Een groep van 250 patiënten bij wie een allergische aandoening werd vermoed, werd onderzocht op de aanwezigheid van specifiek IgE tegen een mengsel van inhalatieallergenen (Phadiatop) en een ambrosiapollenextract. Het ging om 50 monsters per seizoen: najaar 2004, 2005 en 2006 en voorjaar 2005 en 2006. De inventarisatie van ambrosiaplanten in Nederland werd gedaan aan de hand van observaties van (a) professionele waarnemers (Stichting FLORON) en (b) een netwerk van vrijwilligers (www.natuurkalender.nl).

Resultaten

Van de 250 geteste patiënten werd bij 7,2% specifiek IgE tegen een extract van ambrosiapollen aangetoond. Van de patiënten die positief reageerden in de Phadiatop-inhalatieallergiescreening, was dit percentage 16. Ambrosiasensibilisatie kwam vaker voor bij patiënten met een positieve IgE-test op bijvoetpollen. Ambrosiaplanten werden in alle delen van Nederland aangetroffen. De plant kwam vooral voor in tuinen, waar hij waarschijnlijk via het vogelvoer was uitgezaaid. Het aantal ambrosiapollenkorrels in de lucht was vooralsnog laag en bereikte in de afgelopen 17 jaar meestal niet meer dan 10 pollen/m3.

Conclusie

Hoewel de mate van sensibiliteit voor ambrosiapollen in Nederland en de dagelijkse pollenaantallen in de lucht nog beperkt zijn, zal de komende jaren moeten blijken of ambrosia in Nederland zich ontwikkelt tot een belangrijke hooikoortsverwekker aan het einde van de zomer.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Longziekten, Leiden.

Dr. L.A. de Weger, wetenschappelijk onderzoeker, bioloog; A.C. van der Linden, medisch analist; dr. I. Terreehorst, internist-allergoloog (thans: Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Amsterdam); prof.dr. P.S. Hiemstra, immunoloog.

Stichting Floristisch onderzoek Nederland (FLORON), Leiden.

Drs. W.J. van der Slikke, wetenschappelijk onderzoeker, bioloog.

Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, Wageningen.

Dr. A.J.H. van Vliet, wetenschappelijk onderzoeker, bioloog.

Contact dr. L.A. de Weger (l.a.de_weger@lumc.nl)

Verantwoording

Dr. L. Fregonese gaf hulp bij de statistische analyse.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 20 februari 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties