Afzien van kunstmatige toediening van voeding en vocht bij verpleeghuispatiënten in de laatste levensfase

Klinische praktijk
A. Kruit
M.W. Ribbe
G. van der Wal
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1401-4
Abstract

Dames en Heren,

Er is de laatste jaren veel aandacht besteed aan ‘versterven’. Dit begrip is geïntroduceerd door de psychiater B.E.Chabot. Hij verstaat hieronder het proces dat aan het overlijden voorafgaat bij patiënten die door ziekte of ouderdom een zodanig veranderde stofwisseling hebben, dat zij weinig tot geen last hebben van honger- of dorstgevoelens, terwijl zij uitdrogen en ondervoed raken.1 De discussie over versterven spitste zich vooral toe op verpleeghuizen, nadat de familieleden van een patiënt een klacht indienden tegen een verpleeghuis dat zonder met hen te overleggen de patiënt bewust zou hebben laten uitdrogen. Aan de ene kant werd het accent gelegd op de negatieve aspecten van het afzien van kunstmatige toediening van vocht en voeding per voedingssonde of infuus bij verpleeghuispatiënten, omdat dit een vorm van verwaarlozing en een sterfbed vol lijden zou inhouden; aan de andere kant werd, vooral door mensen met ervaring in terminale zorg…

Auteursinformatie

Stichting VZR, Centra voor Verpleging, Zorg en Reactivering, Postbus 4441, 6401 CX Heerlen.

Mw.A.Kruit, verpleeghuisarts.

Vrije Universiteit, vakgroep Huisarts-, Verpleeghuis- en Sociale Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr.M.W.Ribbe, verpleeghuisarts; prof.dr.G.van der Wal, sociaal-geneeskundige.

Contact mw.A.Kruit

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties