Vergelijking met andere Euro-Peristat-landen in 2004 en 2010

Afname van foetale en neonatale sterfte in Nederland

Onderzoek
Ashna D. Mohangoo
Chantal W.P.M. Hukkelhoven
Peter W. Achterberg
Patty M. Elferink-Stinkens
Anita C.J. Ravelli
Greta C. Rijninks-van Driel
Pieter Tamminga
Adja J.M. Waelput
Karin M. van der Pal-de Bruin
Jan G. Nijhuis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A6675
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vergelijken van de verandering in foetale en neonatale sterfte in Nederland in 2010 ten opzichte van 2004 met de verandering in andere Europese landen.

Opzet

Descriptief, populatiebreed onderzoek.

Methode

Gegevens van de Euro-Peristat-registratie over de foetale en neonatale sterfte in Europese landen werden geanalyseerd op veranderingen in 2010 ten opzichte van 2004. Hierbij werd Nederland vergeleken met 26 andere Europese landen en regio's. Met internationale verschillen in registratie en beleid werd rekening gehouden door cijfers over foetale sterfte vanaf 28 weken zwangerschap en neonatale sterfte vanaf 24 weken zwangerschap te gebruiken.

Resultaten

De foetale sterfte in Nederland nam af met 33%, van 4,3 per 1000 geborenen in 2004 naar 2,9 per 1000 in 2010; de neonatale sterfte nam af met 21%, van 2,8 naar 2,2 per 1000 levendgeborenen. De perinatale sterfte (de som van foetale en neonatale sterfte) nam af met 27%, van 7,0 naar 5,1 per 1000. In de Europese rangorde verschoof Nederland voor de foetale sterfte van de 23e naar de 13e plaats; voor de neonatale sterfte bleef de plaats gelijk (15e van 22 landen) en voor perinatale sterfte nagenoeg gelijk (van 15e naar 13e van 22 landen).

Conclusies

Zowel de foetale sterfte bij ≥ 28 weken zwangerschap als de neonatale sterfte bij ≥ 24 weken namen af in Nederland tussen 2004 en 2010. De relatief ongunstige positie van Nederland in de Europese rangorde voor foetale en neonatale sterfte verbeterde echter alleen voor de foetale sterfte. Op dat punt neemt Nederland een gemiddelde positie in.

Auteursinformatie

TNO Gezond Leven, afd. Jeugd, Leiden.

Dr. A.D. Mohangoo en dr. K.M. van der Pal-de Bruin, epidemiologen.

Stichting Perinatale Registratie Nederland, Utrecht.

Dr. C.W.P.M. Hukkelhoven, epidemioloog.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

Dr. P.W. Achterberg, gezondheidsonderzoeker.

Centraal Bureau voor de Statistiek, afd. Gezondheid en Zorg, Den Haag.

Dr. P.M. Elferink-Stinkens, epidemioloog.

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Klinische Informatiekunde: dr. A.C.J. Ravelli, epidemioloog.

Afd. Neonatologie: drs. P. Tamminga, kinderarts-neonatoloog.

Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen, Utrecht.

Drs. G.C. Rijninks-van Driel, verloskundige.

Perinatale Audit Nederland, Utrecht.

Drs. A.J.M. Waelput, onderzoeker.

Maastricht Universitair Medisch Centrum, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Maastricht.

Contact dr. A.D. Mohangoo (ashna.mohangoo@tno.nl)

Verantwoording

De Euro-Peristat-groep stelde de gegevens beschikbaar waarop de resultaten van dit artikel zijn gebaseerd. Het Euro-Peristat-project (www.europeristat.com) wordt gecoördineerd door Jennifer Zeitlin en Marie Delnord (INSERM) en Ashna Mohangoo (TNO).
Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.
Aanvaard op 5 januari 2014

Auteur Belangenverstrengeling
Ashna D. Mohangoo ICMJE-formulier
Chantal W.P.M. Hukkelhoven ICMJE-formulier
Peter W. Achterberg ICMJE-formulier
Patty M. Elferink-Stinkens ICMJE-formulier
Anita C.J. Ravelli ICMJE-formulier
Greta C. Rijninks-van Driel ICMJE-formulier
Pieter Tamminga ICMJE-formulier
Adja J.M. Waelput ICMJE-formulier
Karin M. van der Pal-de Bruin ICMJE-formulier
Jan G. Nijhuis ICMJE-formulier
Foetale en neonatale sterfte in Europees perspectief
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties