Aciclovir-resistente herpes simplex-virusinfecties bij immuungecompromitteerde patiënten

- In order to determine the sensitivity of herpes simplex virus (HSV) isolates from immunocompromised patients treated with antiviral compounds, a retrospective study was carried out in the Clinical Virology Department of the University Medical Centre, Amsterdam. Virus isolates from four AIDS patients and one bone marrow transplant recipient were examined for their sensitivity for the antiviral compounds used by means of plaque reduction assay.

In some of the virus isolates, from patients in whom resistance was assumed on clinical grounds, in vitro resistance of the HSV to acyclovir (ACV) could be demonstrated, both after oral and after parenteral administration. There was a clear correlation between the clinical course of the HSV infection and in vitro resistance. ACV resistant virus isolates were sensitive to foscarnet, both clinically and in vitro.

In immunocompromised patients treated for some time with ACV for HSV infection, resistance should be considered at lack of results or progression of the lesion and when necessary be demonstrated in vitro. Alternative therapy then consists of intravenous foscarnet treatment.

Samenvatting

Met als doel de gevoeligheid te bepalen van herpes simplexvirus (HSV)-isolaten van immuungecompromitteerde patiënten die behandeld werden met antivirale middelen, werd op de afdeling Klinische Virologie van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam een retrospectief onderzoek uitgevoerd. Virusisolaten van 4 AIDS-patiënten en van 1 beenmergtransplantatiepatiënt werden door middel van plaquereductiebepaling onderzocht op hun gevoeligheid voor de gebruikte antivirale middelen.

Bij een deel van de virusisolaten van de patiënten bij wie op klinische gronden resistentie werd verondersteld, kon in vitro-resistentie van HSV tegen aciclovir (ACV) worden aangetoond, zowel na orale als na parenterale toediening. Er bestond een duidelijke samenhang tussen het klinisch beloop van de HSV-infectie en de in vitro-resistentie. ACV-resistente virusisolaten waren zowel klinisch als in vitro gevoelig voor foscarnet.

Bij immuungecompromitteerde patiënten die wegens HSV-infectie enige tijd met ACV behandeld worden, moet bij uitblijvend resultaat of progressie van de laesie resistentie worden overwogen en waar mogelijk in vitro worden aangetoond. Alternatieve therapie bestaat dan in intraveneuze foscarnet-behandeling.

Artikelinformatie

Aanvaard op

1 augustus 1991

11 februari 1992

In print verschenen in

week 6 1992

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:280-4

Vakgebied

Microbiologie

Interne vakken

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9,1105 AZ Amsterdam.

Afd. Medische Microbiologie, afd. Virologie: prof.dr.J.van der Noordaa en mw.dr.P.M.E.Wertheim-van Dillen, virologen; mw.W.G.Maris-Tegeler, analist; C.L.Jansen, assistent-geneeskundige.

Afd. Inwendige Geneeskunde, AIDS-unit: P.H.J.Frissen, internist.

Academisch Ziekenhuis, afd. Medische Microbiologie, afd. Virologie, Leiden.

Dr.H.T.Weiland, viroloog.

Contact C.L.Jansen

Verantwoording

Dit onderzoek werd verricht in samenwerking met dr.J.M.A.Lange, internist (Academisch Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, AIDS-unit) en dr. C.A.H.H.V.M.Verhagen, internist (Academisch Ziekenhuis, afd. Infectieziekten, Leiden).