Aanvullende behandeling van bacteriële meningitis met corticosteroïden nog onvoldoende onderbouwd

Opinie
J. de Gans
R. Enting
M. Vermeulen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:172-5

Bacteriële meningitis wordt door velen gezien als een goed behandelbare aandoening. Bij volwassenen zijn de meest voorkomende verwekkers Streptococcus pneumoniae en Neisseria meningitidis, bij kinderen Haemophilus infiuenzae. De sterftepercentages, 20-33 bij pneumokokkenmeningitis,12 9 bij meningokokkenmeningitis,3 en 6 bij H. influenzae-meningitis1 zijn hoger dan meestal verondersteld wordt en ook zijn velen verrast door de relatief goede prognose na een meningokokkenmeningitis, want door de meningokokkensepsis heeft de meningokok beslist een slechte reputatie. Meningokokkenmeningitis blijkt echter een relatief goedaardige meningitis te zijn. Verrassend is voor velen ook dat ongeveer de helft van de patiënten die een pneumokokkenmeningitis overleeft blijvende neurologische uitvalsverschijnselen heeft.4 Hoe komt het dat de behandelingsresultaten zo matig zijn, ondanks het feit dat we beschikken over krachtig werkende antibiotica zoals benzylpenicilline en amoxicilline?

Bij dierexperimenteel onderzoek is een verband gevonden tussen de ernst van de ontstekingsreactie in de subarachnoïdale ruimte en de uiteindelijke sterfte en…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam, afd. Neurologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.J.de Gans en prof.dr.M.Vermeulen, neurologen; mw.R.Enting, assistent-geneeskundige.

Contact dr.J.de Gans

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Nijmegen, januari 1994,

Collega De Gans et al. beschrijven dat blijvende neurologische uitvalsverschijnselen na een bacteriële meningitis onder meer worden geweten aan oedeemvorming en liquordrukverhoging. Deze ontstaan als reactie op het vrijkomen van ontstekingsmediatoren zoals cytokinen na massale lysis van de micro-organismen door behandeling met antibiotica (1994;172-5).

De auteurs vragen zich af hoe het komt dat de behandelingsresultaten zo matig zijn, ondanks het feit dat wij beschikken over krachtig werkende antibiotica.

Mijns inziens is juist deze krachtige werking van antibiotica de oorzaak van massale lysis, met als gevolg deze heftige ontstekingsreactie. Zou een minder krachtige bestrijding met behulp van antibiotica een alternatief voor de aanvullende behandeling met corticosteroïden kunnen zijn?

D. van de Koppel

Amsterdam, februari 1994,

Wij danken collega Van de Koppel voor zijn reactie. In ons commentaar hebben wij aangegeven dat er een directe relatie bestaat tussen de soort antibioticum die wordt gebruikt en de mate van lysis van micro-organismen ofwel de produktie van ontstekingsmediatoren.1 Neurologische restverschijnselen hangen samen met de mate van ernst van de ontstekingsreactie in de subarachnoïdale ruimte. Daaruit valt af te leiden dat antibiotica die minder lysis geven (bij een gelijkblijvende bactericide werking) inderdaad een gunstig effect zouden kunnen hebben. Dit is nog niet in klinische trials onderzocht.

J. de Gans
R. Enting
M. Vermeulen
Literatuur
  1. Dofferhoff ASM. Release of endotoxin and other mediators during treatment of gram-negative sepsis. Groningen, 1991. Proefschrift.