Een sterk koppel in de zorg voor kwetsbare ouderen

Huisarts en specialist ouderengeneeskunde voorop

Opinie
Cees M.P.M. Hertogh
J.F. (Ferry) Bastiaans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D951
Abstract

Ooit omschreef Schreuder, een van de grondleggers van de geriatrie in Nederland, het bed als ‘een kunstfout op vier poten’.1 Dat geldt zeker voor een ziekenhuisbed. Voor kwetsbare ouderen gaat een acute ziekenhuisopname niet alleen regelmatig gepaard met functieverlies, maar ook met risico’s op over- én onderbehandeling. Tot 30% van deze ouderen wordt binnen een half jaar heropgenomen en nog eens 20-30% overlijdt in die periode.

Om deze zorgelijke feiten het hoofd te bieden en ‘sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen’ te realiseren pleitte het gelijknamige KNMG-rapport uit 2010 voor een brede blik en een integrale benadering die verder reikt dan de behandeling van de acute aandoening.2 Dit zogenaamde ‘Comprehensive geriatric assessment’ (CGA) omvat een systematische inventarisatie en evaluatie van klachten en risicofactoren voor functionele achteruitgang, gevolgd door een integraal behandelplan; hiervoor moet elk ziekenhuis minimaal over een geriatrieteam kunnen beschikken.3

Over de meerwaarde van het CGA…

Auteursinformatie

VUmc, afd. Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr. C.M.P.M. Hertogh, specialist ouderengeneeskunde; drs. J.F. Bastiaans, huisarts.

Contact drs. J.F. Bastiaans (f.bastiaans@vumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Cees M.P.M. Hertogh ICMJE-formulier
J.F. (Ferry) Bastiaans ICMJE-formulier
‘Transmurale zorgbrug’ voor kwetsbare ouderen zinvol?
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Beste collega’s,

Met veel belangstelling lazen wij uw artikel in het NTvG.

 In het commentaar schrijven jullie: ”Gegeven de complexiteit van deze populatie rijst dan de vraag of de competenties van een POH of verpleegkundige wel toereikend zijn om hier goede zorg en behandeling te garanderen. Is het juist niet onlogisch om de zorg in handen te geven van zorgverleners met een lager deskundigheidsniveau naarmate de situatie complexer wordt? Die vraag klemt temeer gezien de recente berichten dat de spoedzorg toenemend verstopt zou raken door ouderen met dit soort problematiek.”

Natuurlijk wil geen enkel huisarts de zorg voor zijn/haar kwetsbare patiënten in handen leggen van “lagere deskundigen” en uw stelling berust daarom ook op een misvatting en is onjuist. De huisarts is en blijft hoofd-en eindverantwoordelijk voor de zorg van alle oudere huisartspatiënten en zeker voor de kwetsbare ouderen in de praktijk! Het in kaart brengen en vervolgen van de kwetsbare patiënt wordt DEELS uitbesteed aan de POH ouderen. Er is dus zeker geen sprake van “uit handen geven aan zorgverleners met een lagere deskundigheid”. De POH-o werkt altijd onder supervisie en (eind)verantwoordelijkheid van de huisarts.

De werkgroep ouderen van de Huisartsen Kring Amsterdam(HKA) deelt jullie opvatting dat “deze zorg niet ziekte- maar persoonsgericht (moet)zijn en moet worden ingericht op basis van doelen die samen met de patiënt worden vastgesteld”. Dit is precies wat de huisarts altijd al doet! Daarvoor hoeft de Specialist Ouderen Geneeskunde niet naar de eerste lijn te komen, al zullen we niet schromen haar expertise in te roepen en samen te werken als we er zelf niet uitkomen.

Daarnaast zijn wij van mening dat ,door de kwetsbare patiënt door de POH ouderen (nog) beter in kaart te laten brengen en door Eerstelijns bedden makkelijker beschikbaar te maken, spoed-en SEH kontakten zeer waarschijnlijk verminderd kunnen worden.

Met vriendelijke groet, namens de werkgroep ouderen HKA

Frans Smits, huisarts.

Bestuurslid Huisartsen Kring Amsterdam-Almere

Voorzitter Ouderen werkgroep HKA

Wij danken collega Smits voor zijn reactie. De titel daarvan: “POH geeft goede zorg onder supervisie van de huisarts” onderschrijven wij graag en evenzo waarderen wij de inzet van de transmurale zorgbrug om bij te dragen aan een toekomstbestendige ouderenzorg. Onze vraag is echter hoe wij – lering trekkende uit de resultaten van het NPO – verder kunnen bouwen aan sterke zorg voor kwetsbare ouderen. Daarbij moeten we rekening houden met een verder toenemende complexiteit van de zorgvraag in de eerste lijn, als gevolg van vergrijzing en transities in de langdurige zorg. En dan is onze stelling: "meer van hetzelfde helpt niet”. Bij toenemende medische en zorginhoudelijke complexiteit, schiet(en) het POH model (of varianten daarvan) op enig moment tekort. Het “nog beter door de POH in kaart laten brengen” van de complexe kwetsbare ouderen, al dan niet in combinatie met (meer) eerste lijns bedden zal dan geen soelaas bieden, inzet van specifieke medische deskundigheid wel. Dit kan onder meer gerealiseerd worden door de ouderengeneeskunde naar de eerste lijn te brengen. Dat  is de visie die wij hebben vormgegeven in onze universitaire praktijk ouderengeneeskunde, waarin de specialist ouderengeneeskunde op verwijzing van de huisarts de behandeling van kwetsbare ouderen met complexe problematiek tijdelijk van de huisarts overneemt als alternatief voor tweede lijns verwijzing en ziekenhuisopname.

Deze eerste lijns voorziening ouderengeneeskunde vervangt dus niet het POH model of de transmurale zorgbrug, maar  richt zich complementair daaraan op ouderen wier problematiek  zorginhoudelijk én medisch complex is. Desgevraagd gaven ondervraagde huisartsen aan, dat het hierbij gaat om ouderen waarbij zij regieverlies ervaren door betrokkenheid van een veelheid van medisch specialisten en andere zorgverleners, en/of waarbij er visieverschillen zijn over aangewezen zorg/behandeling, en/of waarbij de huisarts vanuit zijn expertise geen behandelopties meer ziet, en/of waarbij sprake is van gevorderde stadia van chronische aandoeningen (1.) Passende medische zorg voor deze patiënten behelst een (proactief) focus op gevolgen van ziekten en (levens)doelen. Wij noemen dat persoonsgerichte medische zorg en inderdaad is dat ook wat de huisartsgeneeskunde voorstaat. Het zo-even genoemde onderzoek geeft echter aan dat hier nog wel een slag te maken is. Ook de resultaten van de transmurale zorgbrug wijzen  in die richting, zowel op het punt van de bij opname vastgestelde problemen, als op het punt van het hoge percentage heropnames na ontslag: zie de door ons aangehaalde studiebevindingen. Daarom achten wij het een goede zaak om de ouderengeneeskunde naar de eerste lijn en bij de patiënt thuis te brengen. Naast en ter versterking van al bestaande initiatieven.

(1). Zwijsen SA, et al. Disentangling the concept of “the complex older patient” in general practice, a qualitative study. BMC Family Practice 2016;17:64.

Ferry Bastiaans

Cees Hertogh