Artikel voor onderwijs en opleiding

Diagnostiek en behandeling van atriumfibrilleren

Illustratie van een hart
Abstract
Robert G. Tieleman
Geert-Jan Geersing

Dit artikel is een actualisatie van een eerder verschenen nascholingsartikel over atriumfibrilleren (D7485). In de rubriek ’10 vragen over’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.

Dit artikel gaat in op de diagnostiek en behandeling van atriumfibrilleren aan de hand van vragen uit de praktijk. Continue ritmemonitoring met consumentenelektronica (‘wearables’), het verschil tussen frequentiecontrole en ritmecontrole en de optimale vorm van antistolling komen hierbij aan de orde.

Toets voor nascholing

Aan dit artikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 13 augustus 2027.

Maak de toets
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme Punt(en)
Alle BIG-erkende specialismen 1
  • Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP, NVZA en V&VN.
  • De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, apothekers, physician assistants en verpleegkundig specialisten.
  • De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.

Samenvatting

Om de diagnose ‘atriumfibrilleren’ te kunnen stellen is het essentieel om een ecg te registreren tijdens het optreden van de hartritmestoornis. Bij patiënten met paroxismaal atriumfibrilleren kan dit een uitdaging zijn. Consumentenapparaten, zoals smartwatches met automatische detectie van atriumfibrilleren, kunnen behulpzaam zijn bij het vaststellen van zelfs asymptomatisch atriumfibrilleren, mits zij de mogelijkheid bieden om een 1-kanaals ecg-ritmestrook op te nemen. Zodra de diagnose atriumfibrilleren is gesteld, dienen therapeutische beslissingen, zoals de keuze tussen frequentiecontrole of ritmecontrole en het al dan niet voorschrijven van orale anticoagulantia, per patiënt individueel te worden genomen. In dit artikel bespreken we veelvoorkomende vragen die zich voordoen in de dagelijkse praktijk bij de behandeling van patiënten met atriumfibrilleren.

Auteursinformatie

Martini Ziekenhuis, afd. Cardiologie, Groningen: dr. R.G. Tieleman, cardioloog-klinisch elektrofysioloog (tevens: UMC Groningen). UMC Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, Utrecht: prof. dr. G.J. Geersing, huisarts (tevens: groepspraktijk Buitenhof, OLVG Locatie Oost, Amsterdam).

Contact R.G. Tieleman (r.tieleman@mzh.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Robert G. Tieleman ICMJE-formulier
Geert-Jan Geersing ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Nascholing
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties