Het Centraal Tuchtcollege wil dat ziekenhuizen het hoofdbehandelaarschap vervangen door het regiebehandelaarschap, zonder dat precies duidelijk is wat met die term wordt bedoeld. Wat betekent dit voor de zorgpraktijk?
Een 71-jarige vrouw wordt gepresenteerd op de SEH met acute dyspneu. Ze is eergisteren ontslagen uit het ziekenhuis na een borstsparende operatie vanwege een mammacarcinoom. De SEH-arts constateert gedecompenseerd hartfalen, in combinatie met een exacerbatie van COPD. De patiënte moet worden opgenomen. Wie wordt haar hoofdbehandelaar? Of moeten we zeggen: ‘Wie wordt haar regiebehandelaar?’ En waarover dient regie gevoerd te worden?
Achtergrond
In 2021 heeft het Centraal Tuchtcollege (CTG) de term ‘regiebehandelaar’ in omloop gebracht.1 Het CTG stelde dat er niet langer gesproken moet worden over een hoofdbehandelaar, maar over een regiebehandelaar, omdat ‘de toegenomen complexiteit van zorg, die soms door zorgverleners van verschillende instellingen wordt verleend, uitgangspunten vereist die meer flexibel toegepast kunnen worden’.1 Bij een complexe samenwerking moet een regiebehandelaar worden aangewezen die toeziet op: (a) de continuïteit en samenhang van zorg, (b) adequate afstemming tussen zorgverleners en (c) het aanwijzen van een aanspreekpunt. De regiebehandelaar…
Geef het regiebehandelaarschap inhoud in plaats van vorm
Met instemming lazen wij het artikel van Hennissen en collega’s over de implementatieproblemen van het regiebehandelaarschap (NTvG, 2024;168:D8054).1 Naar aanleiding van de recent verschenen Leidraad Behandeling van Patiënten met Multimorbiditeit op de Polikliniek willen wij bepleiten dat het debat over regiebehandelaarschap gebaat is bij een inhoudelijke benadering.2
De gesignaleerde onduidelijkheden over eindverantwoordelijkheid, juridische basis en praktische invulling zijn herkenbaar. Volgens het Centraal Tuchtcollege Gezondheidszorg omvat het regiebehandelaarschap drie kerntaken: (1) bewaken van samenhang en continuïteit van zorg, (2) zorgen voor afstemming tussen zorgverleners, en (3) aanwijzen van een aanspreekpunt. Echter, patiënten met complexe multimorbiditeit doe je tekort als je de kerntaken tot aandoeningen en behandelingen beperkt en daarmee verliest het regiebehandelaarschap aan betekenis. De leidraad benoemt aanvullende aandachtspunten die voor goede uitvoering van deze taken essentieel zijn: aandacht voor functionele en psychosociale problematiek, doelen en mogelijkheden van de patiënt en ondersteuning bij zelfmanagement. Hoe deze taken ingevuld worden, zal per patiënt en situatie verschillen, afhankelijk van patiëntkenmerken, de aard van de aandoeningen en behandelingen en het betrokken behandelteam. In de praktijk zien wij dat deze taken niet automatisch bij één persoon of specialisme belegd kunnen worden. Het is van belang dat zorgverleners zich gezamenlijk inspannen om deze taken te borgen, wat in de praktijk kan betekenen dat regietaken – afhankelijk van het zorgproces – gedeeld of gefaseerd worden uitgevoerd. Daarbij ligt het voor de hand dat één persoon met generalistische competenties hierin een hoofdrol vervult.
Regievoering moet worden gezien als een individueel afgestemd, dynamisch proces dat samenhang en afstemming voor de patiënt bevordert. De werkgroep van de leidraad heeft bewust gekozen om de juridisch beladen term ‘regiebehandelaar’ te vermijden en spreekt in plaats daarvan over een ‘regieondersteuner’. Daarmee benadrukken we dat het gaat om een herkenbare, coördinerende rol binnen het behandelteam, gericht op overstijgende taken. De juridische eindverantwoordelijkheid blijft nadrukkelijk liggen bij de hoofdbehandelaren en het behandelteam als geheel. Wij onderschrijven het terechte pleidooi van de auteurs om het hoofdbehandelaarschap te behouden, omdat dit zorgt voor juridische helderheid. Tegelijkertijd pleiten wij voor het introduceren van een regieondersteuner: een professional die een specifieke rol vervult binnen het behandelteam, zonder dat dit een juridische of formele functie betreft. Daarmee verschuift de discussie van wie draagt de eindverantwoordelijkheid? naar de meer fundamentele vraag: hoe ondersteunen we de patiënt optimaal in zijn behandeling? Die verschuiving is cruciaal, zeker gezien de huidige complexiteit van zorg.
Bij patiënten met complexe multimorbiditeit is gezamenlijke implementatie van regietaken noodzakelijk om passende zorg te leveren. De leidraad pleit voor een dynamische taakverdeling binnen het behandelteam rondom de patiënt, waarbij per patiënt wordt afgestemd wie welke regietaken op zich neemt. Dat vraagt om heldere afspraken, maar biedt ook ruimte voor maatwerk – en sluit aan bij de realiteit van de ziekenhuiszorg. Dit vraagt van zorgverleners dat zij deze coördinerende taken erkennen als standaard onderdeel van zorg. Tegelijkertijd zijn wij samen met andere partijen aan zet om de randvoorwaarden voor uitvoering te creëren zoals tijd, kennis, en ICT-ondersteuning. Nu we het erover eens zijn dat regieondersteuning noodzakelijke zorg is, rest de vraag: wie pakt de regie om dit ook daadwerkelijk te realiseren?