Een tikkende tijdbom?

Exotische muggen in Nederland

Een mug
Bart G.J. Knols
Wilfred Reinhold
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D7612
Abstract
Download PDF

Exotische muggensoorten worden steeds vaker en in steeds grotere aantallen in Nederland aangetroffen. Ze zijn in staat om virusziekten als dengue en westnijlkoorts over te brengen. Sommige van die ziekten kunnen ook door inheemse muggen worden overgebracht. Hoe zorgelijk is die ontwikkeling?

Samenvatting

Sinds 2005 worden steeds vaker en in steeds meer Nederlandse gemeenten exotische muggensoorten gerapporteerd, in toenemende aantallen. Het overheidsbeleid om die import te beperken is niet afdoende gebleken en heeft geresulteerd in de definitieve vestiging van de Aziatische bosmug in Flevoland, Urk en delen van Zuid-Limburg. De overheid schat het risico op besmetting met ziekten die door deze muggen worden overgedragen als ‘verwaarloosbaar klein’. Toch raakten in 2020 zeven mensen in Utrecht en Arnhem besmet met het westnijlvirus, overgedragen door inheemse muggen. Hoe zorgelijk zijn deze ontwikkelingen? Moet de Nederlandse arts alert zijn op mysterieuze koortsen die opduiken in de wachtkamer? We stellen dat alleen een grootschalige – en dus kostbare – aanpak kan voorkomen dat deze problematiek op den duur onbeheersbaar wordt. Beleid dient doeltreffend te zijn en streng te worden nageleefd. Uitroeiing van exotische muggen moet daarbij het doel zijn, en niet slechts de beheersing daarvan vanwege gelimiteerde financiële middelen.

artikel

De mondiale verspreiding van niet-inheemse muggen – kortweg ‘exotische muggen’ – en de ziekten die zij overdragen zijn in de afgelopen decennia drastisch toegenomen.1 Een oorzaak daarvoor is de toename in reis- en vliegverkeer en containertransport, in het bijzonder van zeecontainers.2 Daardoor kunnen muggen in verscheidene levensstadia over lange afstanden migreren; besmette reizigers kunnen mug-overdraagbare pathogenen met zich meenemen. Een veranderend klimaat creëert bovendien omstandigheden die de overleving en reproductie van exotische muggen ten goede komt.3

Hogere temperaturen en een vochtiger klimaat zijn gunstig voor muggen en stimuleren doorgaans de ontwikkeling van pathogenen in de mug, en daarmee ook de kans op succesvolle transmissie. Hogere temperaturen zorgen er ook voor dat de transmissie van ziekten in een langere periode – uitgedrukt in maanden per jaar – en op grotere hoogte kan plaatsvinden. Toch zijn vooralsnog transport en reisverkeer belangrijker als het gaat om de expansie van exotische muggen, waarbij een warmer klimaat de vestiging en reproductie faciliteert. Meerdere uitbraken van het chikungunya-, zika- en westnijlvirus en van knokkelkoorts (dengue) in het mediterrane gebied en de Balkan sinds de eeuwwisseling zijn voorbeelden van de snel veranderende situatie.4-7 Deze uitbraken onderstrepen de urgentie van interventies.

Wat zijn de risico’s?

Het risico dat deze muggen vormen voor de mens is afhankelijk van een combinatie van factoren. Een mug wordt pas ‘vector’ wanneer ze in staat is om een bepaald pathogeen in haar lijf te ontwikkelen, te amplificeren en over te dragen tijdens een beet (dat is de zogenoemde vectorcompetentie). Vervolgens moet ze een bloedmaaltijd nemen van een persoon die dit pathogeen – in het voor muggen infectueuze stadium – daadwerkelijk bij zich draagt en tot slot moet ze daarna voldoende lang overleven om het pathogeen door te geven aan een volgende – niet-besmette en immunologisch naïeve – persoon tijdens een volgende bloedmaaltijd. De kans dat al deze factoren bij elkaar komen is een opeenstapeling van kleine kansen en dus ogenschijnlijk ‘verwaarloosbaar klein’. Toch is die veronderstelling niet geheel correct.

Om te beginnen was er in 2007 een uitbraak van het chikungunyavirus in Italië.4 Vervolgens vond een grote uitbraak van knokkelkoorts plaats in Madeira in 2012-2013.8 De eerste gevallen van overdracht van westnijlvirus in Nederland hadden plaats in 2020.9 Deze voorbeelden bewijzen dat het ondanks ‘verwaarloosbaar kleine kansen’ dus toch soms misgaat. Daarbij dient de rol van inheemse muggen niet te worden onderschat; ook zij kunnen immers competent blijken voor tropische infectieziekten.

Een verdere verspreiding van exotische muggen, gekoppeld aan frequentere besmettingen van reizigers met exotische virusziekten door toenemende prevalentie van deze ziekten in endemische landen, betekent dat deze situatie in Europa, en dus ook in Nederland, verder zal verslechteren. Er zijn verontrustende voorspellingen dat eind deze eeuw meer dan acht miljard wereldburgers risico zullen lopen op besmetting met door muggen overgedragen ziekten.

Hoe komen exotische muggen in Nederland?

Sinds 2005 zijn er een zestal exotische muggensoorten in Nederland waargenomen. Aanvankelijk waren de waarnemingen vrij sporadisch en betrof het voornamelijk de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus).10 Toen de overheid in 2009 intensiever ging bemonsteren, werd duidelijk dat er ook andere soorten geïntroduceerd werden.

Niet alleen de teelt van ‘Lucky bamboo’-stekjes (‘geluksbamboe’, Dracaena sanderiana) in Westlandse kassen vormde een bron van uitbraken, maar ook de circa 30 bedrijven waar gebruikte banden (onder andere vrachtwagen-, tractor- en vliegtuigbanden) worden geïmporteerd.11 In beide gevallen gaat het om muggeneitjes die aan de basis van geluksbamboestekjes zijn afgezet of in het land van herkomst in banden zijn gelegd. Deze zijn in staat een wekenlang transport te overleven, doordat ze droogteresistent zijn.

Sindsdien blijken exotische muggen ook op andere manieren Nederland binnen te komen. Zo werd de tijgermug in 2016 voor het eerst in een woonwijk gevonden, in Veenendaal,12 ver verwijderd van een bandenimporteur of kassenteelt. Dat werd een jaarlijks terugkerend fenomeen, met als voorlopig hoogtepunt acht vondsten in verschillende gemeenten in het jaar 2022. Aannemelijk is dat er in woonwijken sprake is van onbedoelde import – in auto, caravan of bagage – door bewoners die van vakantie terugkeren uit gebieden waar de tijgermug veel voorkomt. Import door vrachtverkeer is ook waargenomen.13 In 2020 en 2021 werden tijgermuggen gevonden op parkeerplaatsen bij de Nederlandse grens (Zevenbergschen Hoek, Hazeldonk en Bladel), waar veel vrachtwagens uit het buitenland komen.

Verspreiding van exotische muggen in Nederland

Figuur 1 geeft een overzicht van waarnemingen en uitbraken van exotische muggen in Nederland tussen 2009 en 2022, in totaal 162 meldingen. Wat opvalt is dat in tien jaar tijd (de periode 2009-2018) 89 uitbraken van muggen werden gerapporteerd en dat dit er in de vier daaropvolgende jaren (2019-2022) 73 waren (45,1% van het totaal). Er is dus een duidelijke toename waarneembaar sinds 2017-2018, wat mogelijk verklaard kan worden door intensievere bemonstering, maar wellicht ook kan betekenen dat het aantal gevallen van import en al dan niet tijdelijke vestiging toeneemt.

Figuur 1
Incidentele waarnemingen en uitbraken van exotische muggen in Nederland
Figuur 1 | Incidentele waarnemingen en uitbraken van exotische muggen in Nederland
Weergegeven zijn de aantallen waarnemingen en uitbraken van exotische muggen in Nederland in de periode 2009-2022. In totaal gaat het om 162 meldingen van een waarneming of uitbraak. De verdubbeling sinds 2017-2018 is duidelijk waarneembaar. (Bron: onlinegegevens van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). [19]

Veruit de meeste meldingen (70,4%) betroffen de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), gevolgd door de Aziatische bosmug (Aedes japonicus; 14,8%), soms in hoge (honderden) tot zeer hoge (duizenden) aantallen. De geografische verspreiding van deze 162 uitbraken is weergegeven in figuur 2. Het valt op dat er enkele ‘notoire’ plekken zijn waar tijgermuggen bijna ieder jaar worden waargenomen. Uit postcodes die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) online publiceert, valt af te leiden dat het hier waarschijnlijk bandenimporteurs betreft.

Figuur 2
Waarnemingen van exotische muggen in Nederland
Figuur 2 | Waarnemingen van exotische muggen in Nederland
Waarnemingen van exotische muggen in de periodes (a) 2009-2018 (n = 89) en (b) 2019-2022 (n = 73). De kleur geeft de soort weer (zie legenda) en het cijfer het aantal jaren dat in genoemde periode in de aangegeven gemeente een muggenuitbraak werd waargenomen. Groene gebieden geven gemeenten weer waar de Aziatische bosmug (Aedes japonicus) is gevestigd en niet langer actief wordt bestreden. [24] (Bron: onlinegegevens van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). [12]

Het RIVM heeft, gezien het groeiende aantal meldingen en het oprukken van exoten in omringende landen, het volgende op zijn website gepubliceerd: ‘Vanwege de in Nederland grootschalige internationale handel en klimatologische veranderingen zal op langere termijn import en vestiging van een aantal exotische muggensoorten in Nederland naar verwachting niet te voorkomen zijn.’14 Dat is inmiddels dus al gebeurd met de Aziatische bosmug (zie de kadertekst rechts bovenaan de webpagina). De vraag die deze stellingname van het RIVM oproept is of vestiging van één of meerdere exotische muggensoorten op korte of lange termijn een risico voor de volksgezondheid kan vormen, iets waar men in 2012 nog voor waarschuwde.15

Gevaar voor de volksgezondheid?

Wanneer de overheid besluit dat actieve bestrijding op den duur te kostbaar zal zijn en exotische muggen vanuit omringende landen steeds vaker in Nederland terechtkomen,16 lijkt permanente vestiging onvermijdbaar en is het een kwestie van tijd voordat dit daadwerkelijk zal gebeuren. Vormt deze ontwikkeling een gevaar voor de volksgezondheid?

Welke ziekten kunnen deze muggen overdragen?

Zoals gezegd verschilt de competentie van exotische muggen voor wat betreft de overdracht van ziekten. De tabel geeft de huidige vectorstatus weer van de 6 in Nederland waargenomen exotische muggen en 26 inheemse muggensoorten voor 15 pathogenen. Dit beeld verandert voortdurend en laat zien dat deze exoten verschillende unieke infectieziekten kunnen overdragen in Nederland. Met uitzondering van het westnijlvirus is vooralsnog onbekend of inheemse muggen een rol spelen bij de transmissie daarvan.

Tabel
Welke ziekten kunnen muggen in Nederland overbrengen?
Vectorstatus van de zes in Nederland waargenomen exotische muggensoorten en inheemse muggensoorten
Tabel | Welke ziekten kunnen muggen in Nederland overbrengen? | Vectorstatus van de zes in Nederland waargenomen exotische muggensoorten en inheemse muggensoorten

Naast de competentie voor het pathogeen spelen enkele andere factoren een rol bij de daadwerkelijke overdracht van de ziekte. Allereerst bijten de meeste van deze exotische muggen overdag en niet vroeg in de avond of ’s nachts, zoals de meeste inheemse muggensoorten. Een hor voor het slaapkamerraam of klamboe biedt dus geen of weinig bescherming. Vervolgens is er nog geen vaccinatie mogelijk tegen de meeste van deze virusziekten en bestaat er geen specifieke medicatie. En tot slot is er geen enkele vorm van immuniteit in de humane populatie voor wat betreft deze exotische pathogenen, waardoor verspreiding snel kan plaatsvinden.

Voortschrijdend inzicht

Verschillende uitbraken in Zuid-Europa waren het gevolg van introductie van een virus door één enkele reiziger in combinatie met de aanwezigheid van grote aantallen competente muggen. Langzaamaan ontstaat een soortgelijke situatie ook in Nederland en wordt voldaan aan de voorwaarden voor lokale uitbraken van ziekten die door muggen worden overgedragen. De Aziatische tijgermug, die zoals gezegd het vaakst is waargenomen, kan minstens twintig virusziekten overbrengen en is dus een bijzonder goede vector.17

In tegenstelling tot wat aanvankelijk werd aangenomen, is de Aziatische bosmug in potentie ook een vector van virusziekten.18 Het feit dat het RIVM de rol van deze mug verkeerd inschatte toen de eerste Aziatische bosmuggen in Flevoland werden waargenomen,19 en dat hetzelfde RIVM slechts vier jaar later waarschuwt voor de mogelijke rol van deze mug bij de overdracht van elf ziekten,20 geeft aan dat het bestaande beleid in dit geval ingehaald lijkt te zijn door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht.

Wel of geen zoönose

Blijft alsnog de vraag of de overdracht van ziekten door exotische muggen voor grote problemen gaat zorgen. Voor de meeste ziekten die niet zoönotisch van karakter zijn, zal dit meevallen. Zonder een reservoir in de natuur – in bijvoorbeeld vogels – zullen uitbraken van ziekte waarschijnlijk beperkt blijven tot een gering aantal tot enkele honderden mensen, waarna intensieve bestrijding van muggen de overdracht zal indammen. Maar wanneer de ziekte wél een zoönose is, zoals westnijlkoorts of de infectie met het usutuvirus, kan lokale transmissie hardnekkiger worden en zal uitroeien onmogelijk worden.

Bij vestiging van exotische muggen die competent zijn voor de overdracht van zoönosen in combinatie met inheemse muggen die hiervoor ook competent zijn, zal het risico op uitbraken verder toenemen. Het eerste voorbeeld in Nederland hiervan is een feit. In het najaar van 2020 vonden er zeven humane besmettingen met westnijlvirus plaats in Utrecht en Arnhem. De inschatting van het RIVM dat het risico op het uitbreken van deze ziekte in Nederland nihil was,21 bleek achteraf dus verkeerd.9

Falend beleid?

Geluksbamboe

De notie dat exotische muggen wellicht de publieke gezondheid in gevaar kunnen brengen, noopte het ministerie van VWS kort na de eerste vondsten in 2005 tot het opstellen van een convenant met kwekers van geluksbamboe. Hoewel op dat moment duidelijk was dat er wettelijke instrumenten konden worden ingezet op basis van de Warenwet, besloot het ministerie tot het opstellen van een convenant. Een slecht idee, want een convenant geldt per definitie alleen voor degenen die het ondertekenen.

Omdat de situatie ook na een tweede convenant onvoldoende verbeterde, werd het de importeurs onder druk van de Tweede Kamer en op basis van de Warenwet verboden om met de stekjes tijgermuggen in te voeren. Toen de vondsten doorgingen en de minister niet handhavend optrad tegen bedrijven in overtreding, bepaalde de rechter dat de minister naleving van het verbod moest afdwingen. Dit werkte averechts; de minister schrapte simpelweg het invoerverbod van tijgermuggen uit de wetgeving.

Bandenimporteurs

Ondank de slechte ervaringen met convenanten werd met de sector van bandenimporteurs opnieuw voor dit instrument gekozen toen duidelijk werd dat zij een misschien nog wel belangrijker bron van import van muggen vormen. Hoewel de voorschriften regelmatig en door sommige bedrijven notoir werden overtreden – zie het grote aantal meldingen in figuur 2 – leidde dit niet tot handhaving door de NVWA.

Het belangrijkste voorschrift is dat de banden droog worden ingevoerd en droog worden opgeslagen, om te voorkomen dat muggeneitjes in contact komen met regenwater en dan uitkomen. Uit verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob-verzoeken) blijkt dat de NVWA soms constateert dat bedrijven natte banden invoeren, maar daar niet handhavend tegen optreedt. Daarnaast blijkt uit ons contact met bandenimporteurs – die anoniem wensen te blijven – dat ze lang niet allemaal de voorschriften naleven en dat sommige bedrijven de inspecteurs van de NVWA bewust tegenwerken. Er wordt zelfs gesproken over een angstcultuur die inspecteurs ervan weerhoudt om handhavend op te treden.22

De conclusie is dat, gezien de toename in muggenuitbraken en de inzet van verkeerde, niet afdwingbare en niet te handhaven regelgeving door de overheid, het beleid vooralsnog heeft gefaald.

Toekomst

De inzet van de NVWA inzake bestrijdingsactiviteiten is bewonderenswaardig en verdient lof, gezien het feit dat in Nederland tot op heden nog geen melding is gemaakt van definitieve vestiging van tijgermuggen. Door de beperkte personele middelen van deze organisatie kunnen echter lang niet alle bedrijven waar mogelijk import van exotische muggen plaatsvindt, voortdurend en frequent worden bemonsterd. Niet alleen zou de bemonstering uitgebreid moeten worden, maar ook zou de wetgeving ‘tijgermugproof’ gemaakt moeten worden, door invoering van een verbod om exotische muggen te importeren. En daar zou zeker ook veel strenger op gehandhaafd moeten worden.

Met de casus van de Aziatische bosmug voor ogen (zie de kadertekst rechts bovenaan de webpagina) dient de houding van de overheid drastisch te veranderen. De aanpak in andere landen binnen en buiten Europa moet als voorbeeld gaan dienen voor de bestrijding en eliminatie van exotische muggen, ook in grote gebieden. Zo is die bestrijding in verscheidene landen buiten Europa een normale civiele taak van de krijgsmacht. Nederland kan daarnaast het voortouw nemen in Brussel om op EU-niveau aan te dringen op effectiever beleid dat eliminatie in plaats van beheersing vooropstelt. Nu handelen zal kostbaar zijn, maar kan veel meer ellende en hogere kosten in de toekomst voorkómen.

Tot slot dient de overheid meer openheid van zaken te geven. Uit verschillende Wob-verzoeken is gebleken dat de overheid terughoudend is met informatieverstrekking aan de bevolking wanneer een uitbraak van exotische muggen is waargenomen. Juist het in een vroeg stadium betrekken van de bevolking bij de signalering kan leiden tot snellere actie en meer accurate informatie over de verspreiding van een exoot wanneer deze in een bepaalde gemeente geïntroduceerd is. Dat verkleint de kans op vestiging en maakt eliminatie juist kansrijker. Deze vorm van ‘citizen science’ wordt al succesvol toegepast in andere landen.23

Al met al zijn er veel mogelijkheden tot verbetering. Maar vooralsnog tikt de tijdbom door.

Literatuur
  1. Colón-González FJ, Sewe MO, Tompkins AM, et al. Projecting the risk of mosquito-borne diseases in a warmer and more populated world: a multi-model, multi-scenario intercomparison modelling study. Lancet Planet Health. 2021;5:e404-14. doi:10.1016/S2542-5196(21)00132-7. Medline

  2. Tatem AJ, Huang Z, Das A, Qi Q, Roth J, Qiu Y. Air travel and vector-borne disease movement. Parasitology. 2012;139:1816-30. doi:10.1017/S0031182012000352. Medline

  3. Semenza JC, Suk JE. Vector-borne diseases and climate change: a European perspective. FEMS Microbiol Lett. 2018;365:fnx244. doi:10.1093/femsle/fnx244. Medline

  4. Angelini R, Finarelli AC, Angelini P, et al. An outbreak of chikungunya fever in the province of Ravenna, Italy. Euro Surveill. 2007;12:E070906.1. doi:10.2807/esw.12.36.03260-en Medline.

  5. Salinas S, Simonin Y, L’Ambert G, Nisole S. Cas autochtones de virus Zika en France métropolitaine: un changement de paradigme pour cet arbovirus? Virologie (Montrouge). 2019;23:329-32. doi:10.1684/vir.2019.0804. Medline

  6. Pem-Novosel I, Vilibic-Cavlek T, Gjenero-Margan I, et al. First outbreak of West Nile virus neuroinvasive disease in humans, Croatia, 2012. Vector Borne Zoonotic Dis. 2014;14:82-4. doi:10.1089/vbz.2012.1295. Medline

  7. Cochet A, Calba C, Jourdain F, et al; Investigation team. Autochthonous dengue in mainland France, 2022: geographical extension and incidence increase. Euro Surveill. 2022;27:2200818. doi:10.2807/1560-7917.ES.2022.27.44.2200818. Medline

  8. Alves MJ, Fernandes PL, Amaro F, et al. Clinical presentation and laboratory findings for the first autochthonous cases of dengue fever in Madeira island, Portugal, October 2012. Euro Surveill. 2013;18:20398. doi:10.2807/ese.18.06.20398-en. Medline

  9. Braks MAH, Duijster JW, Stroo CAJ. Het westnijlvirus in 2020 toch in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:D6278 Medline.

  10. Scholte EJ. Occurrence and distribution of Aedes albopictus (Skuse) in the Netherlands: survey 2006-2007. Wageningen: Dutch Plant Protection Service; 2007.

  11. Scholte E, Den Hartog W, Dik M, et al. Introduction and control of three invasive mosquito species in the Netherlands, July-October 2010. Euro Surveill. 2010;15:19710. doi:10.2807/ese.15.45.19710-en. Medline

  12. Archief vondsten invasieve exotische muggen. Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. www.nvwa.nl/onderwerpen/muggen-knutten-en-teken/archief-vondsten, geraadpleegd op 25 april 2023.

  13. Kampen H, Kronefeld M, Zielke D, Werner D. Further specimens of the Asian tiger mosquito Aedes albopictus (Diptera, Culicidae) trapped in southwest Germany. Parasitol Res. 2013;112:905-7. doi:10.1007/s00436-012-3128-y. Medline

  14. Veelgestelde vragen over de Aziatische tijgermug. RIVM, 2021. www.rivm.nl/veelgestelde-vragen-over-aziatische-tijgermug, geraadpleegd op 25 april 2023.

  15. Preventie en bestrijding van exotische muggen in Nederland. Bilthoven: RIVM-Centrum Infectieziektenbestrijding; 2012.

  16. Advies stopzetten bestrijding Aedes Japonicus (Aziatische bosmug) in Flevoland. Kamerbrief nr. 32793-319; 10 juli 2018.

  17. Martinet J-P, Ferté H, Failloux A-B, Schaffner F, Depaquit J. Mosquitoes of North-Western Europe as potential vectors of arboviruses: A review. Viruses. 2019;11:1059. doi:10.3390/v11111059. Medline

  18. Wagner S, Mathis A, Schönenberger AC, et al. Vector competence of field populations of the mosquito species Aedes japonicus japonicus and Culex pipiens from Switzerland for two West Nile virus strains. Med Vet Entomol. 2018;32:121-4. doi:10.1111/mve.12273. Medline

  19. Ibáñez-Justicia A, Kampen H, Braks M, et al. First report of established population of Aedes japonicus japonicus (Theobald, 1901) (Diptera, Culicidae) in the Netherlands. J Eur Mosq Control Assoc. 2014;31:9-13.

  20. Stroo A, Ibañez-Justicia A, Braks M. Towards a policy decision on Aedes japonicus. [RIVM Letter report 2018-0091] Bilthoven: RIVM; 2018.

  21. Duijster JW, Stroo CJ, Braks MA. Van vogels, muggen en West-Nijl-virus: weinig kans op West-Nijl-koorts in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9899 Medline.

  22. Stemerdink M. Het preventiebeleid tegen de insleep, introductie, vestiging en verspreiding van invasieve exotische muggen in Nederland. Hoe komen we in samenspraak met alle betrokken belanghebbenden tot een succesvolle aanpak? [master thesis]. Nijmegen: Radboud Universiteit, Faculty of Science; 2019.

  23. Jordan RC, Sorensen AE, Ladeau S. Citizen science as a tool for mosquito control. J Am Mosq Control Assoc. 2017;33:241-5. doi:10.2987/17-6644R.1. Medline

  24. Westby KM, Fritzen C, Paulsen D, Poindexter S, Moncayo AC. La Crosse encephalitis virus infection in field-collected Aedes albopictus, Aedes japonicus, and Aedes triseriatus in Tennessee. J Am Mosq Control Assoc. 2015;31:233-41. doi:10.2987/moco-31-03-233-241.1. Medline

  25. Abbo SR, Visser TM, Wang H, et al. The invasive Asian bush mosquito Aedes japonicus found in the Netherlands can experimentally transmit Zika virus and Usutu virus. PLoS Negl Trop Dis. 2020;14:e0008217. doi:10.1371/journal.pntd.0008217. Medline

  26. PAHO/WHO. Meeting of the Technical Task Force to Study the Feasibility and Appropriateness of Eradicating Aedes aegypti from the Americas. PAHOIHCP/HCT/96.068. Rio de Janeiro: FIOCRUZ; 16-18 april 1996.

Auteursinformatie

K&S Consulting, Dodewaard: dr.ir. B.G.J. Knols, medisch entomoloog. Stichting Platform Stop Invasieve Exoten, Amsterdam: mr. W. Reinhold, milieujurist.

Contact B.G.J. Knols (info@ksconsulting.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Bart G.J. Knols ICMJE-formulier
Wilfred Reinhold ICMJE-formulier
Informatiekader
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties