Artikel voor onderwijs en opleiding

Vergeetachtigheid

Illustratie van een oud persoon waarvan de bovenkant van het hoofd deels is weggegumd.
Luisteren
Eric P. Moll van Charante
Edo Richard
Marieke Perry
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:D6366
Abstract

Dit leerartikel is herzien. De herziene versie (D8187) is gecontroleerd op actualiteit en juistheid. Bij de herziene versie is een nieuwe nascholingstoets beschikbaar.

Op de hoogte blijven van nieuwe ’10-vragen-over’, compleet met geaccrediteerde toetsvragen?
⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier ’10-vragen-over’ te volgen.⚡

Toets voor nascholing (verlopen)

Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.

Bekijk de toets

Dit leerartikel is bedoeld voor collega’s die niet op regelmatige basis betrokken zijn bij diagnostiek naar cognitieve stoornissen, maar wel nu en dan te maken krijgen met patiënten die kampen met vergeetachtigheid. Aan de hand van praktische vragen uit het veld gaan wij in op het onderscheid tussen onschuldige en pathologische vergeetachtigheid, de waarde van de heteroanamnese, aanvullende tests en lichamelijk onderzoek, de differentiaaldiagnose, de indicatie voor verwijzing naar een specialist en het mogelijke nut van leefstijladviezen.

Vergeetachtigheid

Vergeetachtigheid is het verminderd vermogen om informatie te onthouden, op te slaan en weer op te halen. De prevalentie van geheugenklachten neemt sterk toe met de leeftijd: van 41% bij 60-jarigen naar 88% bij 85-plussers.1 In de huisartsenpraktijk worden jaarlijks op iedere 1000 patiënten gemiddeld 6 nieuwe patiënten met geheugenklachten gezien; dat betreft iets vaker vrouwen dan mannen, onder meer vanwege de hogere gemiddelde levensverwachting.2 Veel mensen vrezen de ontluistering…

Luisterversie

Het audiobestand van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees. Log in om het artikel te beluisteren.

Inloggen
Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie AMC, afd. Huisartsgeneeskunde en afd. Public & Occupational Health, Amsterdam: prof.dr. E.P. Moll van Charante, huisarts en senior onderzoeker. Radboudumc, Nijmegen: Afd. Neurologie, Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour: prof.dr. E. Richard, neuroloog (tevens: Amsterdam UMC, locatie AMC, afd. Public & Occupational Health, Amsterdam). Afd. Eerstelijnsgeneeskunde, Centrum voor Huisartsgeneeskunde-Ouderengeneeskunde en Public Health: dr. M. Perry, huisarts en senior onderzoeker.

Contact E.P. Moll van Charante (e.p.mollvancharante@amsterdamumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Eric P. Moll van Charante ICMJE-formulier
Edo Richard ICMJE-formulier
Marieke Perry ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Public Health
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Jan Willem
De Waele

Hoewel goed informatief laat het artikel MCI onvoldoende tot zijn recht komen. Met name wordt er niet op gewezen dat bij MCI de cognitieve klachten (merendeels geheugendeficit) objectief vaststelbaar moeten zijn (1;2). Er moet m.a.w. een cognitieve stoornis aangetoond kunnen worden middels neuropsychologische test (NPO). Indien NPO niet gestoord dan is de diagnose Subjective cognitieve complaint (SCC). Indien ook stoornis in iADL (waaronder : niet meer in staat zelfstandig financiën te beheren, huishoudelijke toestellen niet meer kunnen gebruiken) dan PAS kan er sprake zijn van dementie. MCI is het tussenstadium tussen Reisbergs Clinical Deterioration Scale graad 2 (SCC = cognitief deficiet (nog) niet vaststelbaar) en graad 4 (mild dementia = cognitief deficiet vastgesteld MET gestoorde iADL). Reisberg graad 3 = MCI = cognitieve stoornissen geobjectiveerd maar zonder beperking in iADL. De prognose van het "tussenstadium" MCI is als volgt: 30-50% van de MCI zal in de komende 5-10 jaar evolueren naar Dementie; 20% zal normaliseren; 45% zal stabiel blijven (3). 

 

Jan Willem de Waele, vrijgevestigd neuropsychiater
Literatuur

1. Mayo Clinic. MCI: symptomen and causes. Updated september 2020. https://www.mayo.clinic.org/diseases-conditions/mild-cogntive-impairmen…

2. Albert MS et al. The Dx of MCI due to Alzheiemr's disease. Alzheimers Dement.2011;7:270-277

3. Liss JL et al. J Intern Med 2021;290:310-334