Acute dissectie van de thoraco-abdominale aorta

Klinische praktijk
Sjors Klompmaker
Alma L. Moekotte
Menno T. de Bruijn
Robin H. Heijmen
Esteban M. van Keulen
Ronald C.A. Meijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5333
Abstract

Samenvatting

Achtergrond

Een dissectie van de thoraco-abdominale aorta is een zeldzame aandoening, met een incidentie van 2,5-3,5 per 100.000 personen per jaar. Patiënten presenteren zich niet altijd met klassieke symptomen. Een gemiste diagnose is meestal fataal.

Casus

Een 66-jarige man bezoekt de huisarts vanwege een scherpe pijn, krachtsverlies en een doof gevoel in de rechter arm. Aan de rechter arm zijn geen pulsaties palpabel. Patiënt wordt per ambulance ingestuurd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor aanvullende diagnostiek. Bij CT-angiografie wordt een thoracale aortadissectie (type A volgens de Stanford-classificatie) gezien. Patiënt wordt direct overgeplaatst van het eigen ziekenhuis naar het dichtstbijzijnde derdelijnscentrum. Tijdens een spoedoperatie worden de aortaklep, aortawortel en aorta ascendens vervangen. Patiënt kan na een opnameduur van een maand naar huis worden ontslagen.

Conclusie

Tijdige herkenning en laagdrempelige verwijzing zijn bij een aortadissectie cruciaal voor enige kans op overleving. Verwijs patiënten met een lage verdenking op een aortadissectie naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Bij een hoge verdenking is verwijzing naar een derdelijnsziekenhuis geïndiceerd.

Auteursinformatie

St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein. Afd. Radiologie: dr. S. Klompmaker, aios radiologie. Afd. Cardiothoracale Chirurgie: dr. R.H. Heijmen, cardiothoracaal chirurg. Albert Schweitzer Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Dordrecht: dr. A.L. Moekotte, aios chirurgie. Tergooi, Hilversum. Afd. Chirurgie: dr. M.T. de Bruijn, vaatchirurg. Afd. Radiologie: drs. E.M. van Keulen, radioloog. UMC Utrecht, afd. Cardiothoracale Chirurgie, Utrecht: drs. R.C.A. Meijer, cardiothoracaal chirurg.

Contact S. Klompmaker (s.klompmaker@antoniusziekenhuis.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Sjors Klompmaker ICMJE-formulier
Alma L. Moekotte ICMJE-formulier
Menno T. de Bruijn ICMJE-formulier
Robin H. Heijmen ICMJE-formulier
Esteban M. van Keulen ICMJE-formulier
Ronald C.A. Meijer ICMJE-formulier
Sjors Klompmaker
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Beste Sjors, 

Met veel plezier heb ik je artikel over de aorta dissectie in het NTvG gelezen. De diagnose aorta dissectie betreft inderdaad een lastige diagnose als een patiënt zich met vage klachten op de SEH presenteert zoals je beschrijft. Wat mij verbaast is dat nergens de inzet van spoedechografie wordt beschreven. Bij iedere patiënt die zich op de SEH presenteert met een shock, waarbij nog niet duidelijk is waardoor deze shock veroorzaakt wordt, is de inzet van spoedechografie dmv bijvoorbeeld het RUSH-protocol (Rapid Ultrasound in Shock en Hypotension) geïndiceerd. Het is alom bekend dat je met echografie geenszins een aorta dissectie kan uitsluiten, maar door de jaren heen hebben we alleen al in het Franciscus veel patiënten voorbij zien komen waarbij we de aorta dissectie echografisch in beeld hebben kunnen brengen, waardoor sneller de vervolgdiagnostiek en behandeling kon worden ingezet. Het argument dat de inzet van spoedechografie extra tijd kost; daar wil ik op voorhand tegen ageren, want niet iedere patiënt die zich in shock op de SEH presenteert wordt immers direct door de CT-scan geschoven is mijn ervaring, dus de inzet van spoedechografie is juist time-saving, waarbij ook de time-to-diagnose vaak wordt bespoedigd.   

Mvg,  

Arthur Rosendaal

SEH-arts KNMG

Plv. opleider SEH

Franciscus Gasthuis en Vlietland

Beste Arthur,

Dank voor je positieve reactie op het artikel en je commentaar. We hebben de rol van de spoedecho zeer kort benoemd onder de beschouwing. De woordenlimiet liet ons helaas geen verdere beschouwing hiervan toe.

Mits een bekwame echografist op de SEH aanwezig is, dan kan het RUSH-protocol uitkomst bieden. Bij een positieve bevinding kan inderdaad de tijd tot aanvullende CTA, diagnose en initiele behandeling verkort worden. Ook als er een cardiogene oorzaak wordt gevonden, is dat het geval. Echter, bij een negatieve echo bestaat het risico dat er toch sprake is van een dissectie en aanvullende diagnostiek onterecht wordt uitgesteld. Een sterke klinische verdenking blijft reden genoeg voor een spoed CTA.

In het tweedelijnsziekenhuis waar de casus plaatsvond is niet standaard een cardioloog op de SEH. De eerste harthulp bevindt zicht namelijk op de andere locatie. Daarnaast zijn er geen SEH-artsen in het ziekenhuis werkzaam. In ziekenhuizen waar dit het geval is, geeft een directe CTA (vanaf de ambulancebrancard) de kortste tijd tot diagnose en eventuele overplaatsing. Het protocol voor opvang dient dus altijd aangepast te worden aan de logistiek en personele bezetting van het ziekenhuis. 

Met vriendelijke groet,

Sjors Klompmaker