Nonmelanoma huidkanker tijdens behandeling met TNF-blokkers bij psoriasis en reumatoïde artritis*

Onderzoek
Paula P.M. van Lümig
Stef P. Menting
Juul M.P.A. van den Reek
Phyllis I. Spuls
Piet L.C.M. van Riel
Peter C.M. van de Kerkhof
Jaap Fransen
Wietske Kievit
Elke M.G.J. de Jong
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8865
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of er een verschil is in tijd tot het optreden van de eerste non-melanoma huidkanker (NMSC) en in de incidentie van NMSC tussen patiënten met psoriasis en patiënten met reumatoïde artritis (RA) die behandeld worden met tumornecrosefactor-α(TNF)-blokkers.

Opzet

Prospectief observationeel cohortonderzoek.

Methode

We vergeleken het verschil in tijd tot het optreden van de eerste NMSC (uitgedrukt als hazardratio) en de incidentie van NMSC (uitgedrukt als ‘rate’-ratio) tussen psoriasis- en RA-patiënten uit Nederland die behandeld waren met TNF-blokkers met een follow-upduur van minstens 1 jaar. We gebruikten hiervoor Cox- en Poisson-regressieanalyses waarbij we corrigeerden voor de confounders leeftijd, geslacht, ziekteduur, NMSC in voorgeschiedenis, duur van behandeling met TNF-blokkers en andere systemische behandelingen.

Resultaten

Het risico op NMSC was hoger in de groep psoriasispatiënten vergeleken met RA-patiënten (gecorrigeerde hazardratio: 6,0; 95%-BI: 1,6-22,4). Ook hadden psoriasispatiënten een kortere tijd tot de eerste NMSC (1,6 vs. 3,7 jaar). De incidentie van NMSC was 5,5 keer (95%-BI: 2,2-13,4) hoger voor psoriasis- dan voor RA-patiënten.

Conclusie

De tijd tot de eerste NMSC was korter en de incidentie van NMSC was hoger bij psoriasis- vergeleken met RA-patiënten. Dit geeft aan dat ziektegerelateerde factoren zoals lichttherapie een belangrijke rol kunnen spelen in het optreden van NMSC bij psoriasispatiënten die behandeld worden met TNF-blokkers.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology (17 september 2014 (epub)) met als titel ‘An increased risk of non-melanoma skin cancer during TNF-inhibitor treatment in psoriasis patients compared to rheumatoid arthritis patients probably relates to disease-related factors’. Afgedrukt met toestemming.

Radboudumc, Nijmegen.

Afd. Dermatologie: dr. P.P.M. van Lümig, dermatoloog in opleiding; drs. J.M.P.A. van den Reek, arts-onderzoeker; prof.dr.dr. P.C.M. van de Kerkhof en dr. E.M.G.J. de Jong, dermatologen.

Afd. Reumatische Ziekten: prof.dr. P.L.C.M. van Riel, reumatoloog; dr. J. Fransen, klinisch epidemioloog.

Afd. Health Evidence: dr. W. Kievit, biomedisch wetenschapper.

Academisch Medisch Centrum-UvA, afd. Dermatologie, Amsterdam.

Drs. S.P. Menting, dermatoloog in opleiding; prof.dr. P.I. Spuls, dermatoloog.

Contact dr. P.P.M. van Lümig (paula.vanlumig@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning voor dit artikel: P.P.M. van Lümig en E.M.G.J. de Jong ontvingen onderzoeksubsidies van Pfizer, Abbvie en Janssen; P.C.M. van de Kerkhof ontving onderzoeksubsidies en/of persoonlijke vergoedingen voor consultancy van Celgene, Amgen Pfizer, Philips, Abbvie, Eli Lilly, Novartis, Janssen Cilag, Leo Pharma en Sandoz, en een persoonlijke vergoeding voor lidmaatschap van de ‘Data safety management board’ van Mitsubishi. ICMJE-formulieren van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Paula P.M. van Lümig ICMJE-formulier
Stef P. Menting ICMJE-formulier
Juul M.P.A. van den Reek Niet beschikbaar
Phyllis I. Spuls ICMJE-formulier
Piet L.C.M. van Riel ICMJE-formulier
Peter C.M. van de Kerkhof ICMJE-formulier
Jaap Fransen ICMJE-formulier
Wietske Kievit ICMJE-formulier
Elke M.G.J. de Jong ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties