Leefstijlwanhoop

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B951

artikel

Ik kan me niet herinneren dat ik tijdens mijn studie in de jaren 70 ooit het woord ‘leefstijl’ heb gehoord. Als je even tussen de oogharen doorkijkt, gaat dit hele nummer van het NTvG over leefstijl: van ruige seks tot doping en veel van wat daartussen zit. Of je ziek wordt, is tegenwoordig niet meer een kwestie van pech, maar vooral van leefstijl, is de gedachte. Regelmatig twijfel ik aan die yuppen-beleidsopvatting als ik naar de optocht in mijn spreekkamer kijk. Volgens mij is het vaak pech: infectiedruk, ongelukjes, ontsporingen van je genen, ongelukkige omstandigheden en rare families. Maar op andere dagen denk ik bij een patiënt met een BMI boven de 40, ‘eigen schuld, had je maar moeten voetballen en minder chippies moeten eten in je jeugd.’

Daar schiet die patiënt echter niets mee op, dus ik slik die gedachte snel in. Motiverende gesprekstechniek, kleine stapjes en suggesties om niet de 200 meter naar mij met de auto te rijden maar te lopen: een enkele keer wil het wel helpen, maar vaak ook niet. Veel patiënten weten dat ik regelmatig fiets, maar ze vinden het een onzedig voorstel als ik suggereer dat zij dat ook kunnen. Ze zijn ook niet overtuigd als ik voorreken dat ze sneller in Amsterdam zijn met de fiets dan met de bus of auto. Leefstijl heeft niets, maar dan ook niets met ratio te maken. Die ratio aanspreken heeft dan ook geen zin.

Het artikel over de pre-expositieprofylaxe bij hiv-risico (A6063) is een mooi voorbeeld van een curieus gebrek aan logica van de mens: je vrijt op een manier die een reële kans op besmetting met een potentieel dodelijk virus oplevert, maar je weigert een condoom om te doen en je wilt wel elke dag een dure pil slikken. Bij voorkeur moet die pil dan ook nog vergoed worden. Hoe verwonderlijk ook, het is gedrag dat in de spreekkamer als vraag of probleem aan de orde komt. Want hoort risicovol eten wel en risicovolle seks niet tot het domein van de geneeskunde? De vraag om medicatie bij leefstijlproblemen of leefstijlwensen is onontkoombaar, maar dat wil volgens mij niet zeggen dat die wens ook uit collectieve middelen betaald zou moeten worden. En daarmee is er een nieuw probleem. Waarom vind ik vergoedingen voor revalidatieprogramma’s na een CVA (A6275), antidiabetica en hartvaatmiddelen wel redelijk en voor dit soort pillen of voor cosmetische ingrepen niet?

Leefstijl. Simpel woord, lastig dilemma.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties